20685 |
patates frites |
friet:
Syst. Frings
fret (P048p Halen)
|
Patates frites (friet, petat?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
23296 |
pater |
pater (lat.):
pu.əstər (P048p Halen)
|
pater [RND]
III-3-3
|
33562 |
peen, wortel |
poten:
poete (P048p Halen)
|
I-7
|
20414 |
peetoom |
peteren:
petərə (P048p Halen)
|
peter (doopvader) [ZND 05 (1924)]
III-2-2
|
20415 |
peettante |
peet:
pīət (P048p Halen)
|
meter (doopmoeder) [ZND 05 (1924)]
III-2-2
|
34116 |
penis van de stier |
sleuf:
slø̜̄f (P048p Halen)
|
Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b]
I-11
|
33717 |
penwortel van een den |
pennenwortel:
pęnǝwøtǝl (P048p Halen)
|
De penvormige wortel van een dennenboom. [N 27, 9b]
I-8
|
17911 |
persen |
werken:
werken (P048p Halen)
|
Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47]
I-11
|
24856 |
perzikkruid |
reuts:
rets (P048p Halen)
|
Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56]
I-5
|