18586 |
bustehouder |
beha:
bēhā (L286p Hamont),
soutien (fr.):
sutieͅn (L286p Hamont)
|
beha || bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18588 |
bustehouder: spotnamen |
haam:
Scherts. Mnl. hame, haem, ohd. hamo, nhd. Hamen; oorspr. bet.: omhulsel. Vgl. lichaam: lett. omhulsel van het (lic) vlees.
haam (L286p Hamont)
|
bustehouder
III-1-3
|
20223 |
buurman |
buurman:
byrmān (L286p Hamont)
|
buurman [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
20241 |
buurt |
buurt:
Hèj wont en də byrt (L286p Hamont)
|
Hij woont in de buurt [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
21305 |
buurten |
buurten:
byrtən (L286p Hamont)
|
Hoe heet het gebruik in de winter s avonds bij de buren te gaan zitten praten? [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
21304 |
buurvrouw |
buurvrouw:
byrvroͅw (L286p Hamont)
|
buurvrouw [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
20013 |
cactus |
cactus:
kaktəs (L286p Hamont)
|
cactus
III-2-1
|
18557 |
capuchon |
kapje:
keͅpkə (L286p Hamont)
|
capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22439 |
carnavalsoptocht |
stoet:
In de stoet gaan.
stut (L286p Hamont)
|
Stoet.
III-3-2
|
33749 |
castreren |
snijden:
sne ̝i̯.ǝn (L286p Hamont),
snęi̯ǝn (L286p Hamont),
snīǝ.n (L286p Hamont)
|
Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11, I-12, I-9
|