e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

Gevonden: 4263
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
futloze jongen lummel: de is ne lummel (Hamont), des ne lummel (Hamont), des ənə lummel (Hamont), dè is ənə lummel (Hamont), dɛsnə lømməl (Hamont), pummel: de is ne pummel (Hamont), slungel: des ənə slungel (Hamont) Dat is een lummel (futloze kerel). [ZND 37 (1941)] III-1-4
gaan gaan: gāōn (Hamont), gōͅən (Hamont), goͅən (Hamont) gaan [ZND m] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
gaar gaar: gaar (Hamont), murw: murf (Hamont) gaar; Hoe noemt U: Goed gekookt (gaar, murw) [N 80 (1980)] III-2-3
gaatje voor de schoenveter kotje: køtsjə (Hamont) gaatjes in de schoen waardoor de veter wordt geregen [riegaater] [N 24 (1964)] III-1-3
gadeslaan? gadeslaan: zien zakn goəjsloon (Hamont), zin zākə gōĭ slōĕn (Hamont) Zijn zaken gadeslaan, goed zorgen voor zijn zaken. [ZND 35 (1941)] III-3-1
gaffelreep reep: rejǝp (Hamont) Het dikke touw zonder einde dat in een grote lus tussen de gaffels over het gaffelwiel loopt; de molenaar hijst er bij windstilte de zakken mee op. Zie ook afb. 65. [N O, 25p; A 42A, 47; A 42A, 43; A 42A, 46] II-3
gaffelwiel, gaffelrad klein radje: klęjn rø̜jkǝ (Hamont), luirad: lø̜jrǭt (Hamont) Het met ijzeren of houten haken (gaffels) bezette wiel aan de luias, waarover de gaffelreep loopt. Zie ook afb. 65. [N O, 25n; A 42A, 46; N O, 25l] II-3
galerij voie/vôye: voj (Hamont  [(Eisden)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), vuj (Hamont  [(Eisden)]   [Zwartberg, Waterschei]) Mijngang in de kool of het gesteente, nagenoeg volgens de strekking van de koollaag. De invuller uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat een galerij evenwijdig aan de laag of door de laag werd gedreven. Een evenwijdig aan de laag gedreven gang, een steengalerij, kon dienst doen als watergalerij. Galerijen in de laag konden zowel "toevoergalerij" als "afvoergalerij" zijn. Soms was een "afvoergalerij" later de "toevoergalerij" voor een andere pijler in diezelfde laag, terwijl het omgekeerde ook kon voorkomen. [N 95, 372; N 95, 383; monogr.; Vwo 69; Vwo 332; Vwo 845] II-5
galerijuitsnijding bossèyemint: bužǝmɛ̄nt (Hamont  [(Eisden)]   [Eisden]) Het definitieve profiel van een galerij, het resultaat dat ontstaat wanneer het nevengesteente verwijderd is. Zie ook het lemma Nevengesteente Verwijderen. [N 95, 927; Vwo 131; Vwo 191; Vwo 256; Vwo 334; Vwo 447; Vwo 839; monogr.] II-5
galgenaas lelijkerd: ənə läləkərd (Hamont), nikswaard: ənə nekswēͅed (Hamont), schoelje: Van Dale: schoelje, 2. gemeen sujet, fielt, schurk (gew. ook schoelie).  ən schulij (Hamont), smeerlap: ənə smērlap (Hamont), vagebond (<fr.): ə vagebond (Hamont), ənə vāgəbōnd (Hamont), voyou (fr.): Van Dale (FN): voyou, schooier, deugniet, gannef.  ⁄n voyou / vajou? (Hamont) Een zeer slecht mens (galgenaas). [ZND 35 (1941)] III-3-1