24176 |
jong en kaal vogeltje adj. |
nog kwak:
noͅx kwak (Q002p Hasselt)
|
jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)]
III-4-1
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
jo.ŋk (Q002p Hasselt),
joenk (Q002p Hasselt),
jou̯ŋk (Q002p Hasselt),
ju.ŋk (Q002p Hasselt),
juŋ (Q002p Hasselt),
juŋk (Q002p Hasselt)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong ve dier [ZND 01 (1922)]
I-11, III-4-2
|
34025 |
jong van een rund |
dochter:
dǫxtǝr (Q002p Hasselt),
mutten:
møtǝ (Q002p Hasselt)
|
[N 3A, 4]
I-11
|
34314 |
jong varken |
bag:
bak (Q002p Hasselt),
bax (Q002p Hasselt),
bák (Q002p Hasselt),
baggelen (mv.):
bęgǝlǝ (Q002p Hasselt),
baggen (mv.):
bage (Q002p Hasselt),
bagje:
bɛkskǝ (Q002p Hasselt),
big:
bex (Q002p Hasselt),
kurre:
kē̜rǝ (Q002p Hasselt)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
34551 |
jonge gans |
jonge gans:
juŋ gās (Q002p Hasselt)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
34448 |
jonge geit |
geitje:
gētjǝ (Q002p Hasselt),
lammetje:
lęmǝkǝ (Q002p Hasselt)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|
34481 |
jonge kip |
pul:
pē̜l (Q002p Hasselt),
pęl (Q002p Hasselt)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
20159 |
jongen |
gamin (fr.):
gaméͅ (Q002p Hasselt),
jong:
joeng (Q002p Hasselt),
jŏĕng (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt),
jóng (Q002p Hasselt),
denigrerend
joe.nk (Q002p Hasselt),
lange:
la͂ng (Q002p Hasselt),
mannetje:
männəkə (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt)
|
grote (opgeschoten) jongen [ZND 11 (1925)] || jongen [ZND 11 (1925)] || jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] || jongetje || kind, jong
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
caressant:
caressant
kressa.nt (Q002p Hasselt),
jong:
joeng (Q002p Hasselt),
lief:
lej.f (Q002p Hasselt)
|
vrijer
III-2-2
|
18702 |
jongensblouse |
bloes:
bluəs (Q002p Hasselt),
windbloes:
wentbluəs (Q002p Hasselt)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|