e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongenshemd? onderlijfje: onderlijfke (Hasselt) Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)] III-1-3
jongensondergoed? ondergoed: ondergoed (Hasselt) Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3
jongste kind broekenschijter: broekeschèter (Hasselt), keutelkind: kêûtəlkend (Hasselt), nakomertje: noakeu.mrke (Hasselt), ponnetje: peuneke (Hasselt), scharkoekje: scharrelkoekje  schaa.rkiekske (Hasselt) jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)] || nakomertje III-2-2
jood jood: joed (Hasselt, ... ), ne jeud, twee jeude (Hasselt, ... ), ne jeud, tweiè jeude (Hasselt, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] || jood [ZND 01 (1922)] || Jood. [ZND 01 (1922)] III-3-1, III-3-3
judas judas: ne judas (Hasselt), ne’n zjudas (Hasselt) Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] III-3-3
juffrouw juffrouw: juffreu (Hasselt, ... ), juffrooə (Hasselt) juffrouw [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-3-1
jukriem disselriem: dęsǝlrīm (Hasselt), jokriem: jōkrīm (Hasselt) Verbinding tussen het haam en de disselboom, als men met een tweespan rijdt. Verscheidene zegslieden verklaren dat een tweespan in hun gemeente niet (meer) voorkomt. [N 13, 12] I-10
jumper casaquin (fr.): kazəkēͅ (Hasselt), Zie ook afb. p.96.  kazzake͂ (Hasselt), golf: go.llef (Hasselt), jumper: džempər (Hasselt) casaquin (Fr.): kort damesjasje || golf: trui met lange mouwen en (vaak) knopen || jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: e bleu klieëd (Hasselt), het klied van anna es veel langer dan da van mei (Hasselt), i bleu kliet (Hasselt), katouëne klied (Hasselt), katoùne klied (Hasselt), katuine klied (Hasselt), ketone kleet (Hasselt), ketueuëne klied (Hasselt), klit (Hasselt, ... ), è bleu klied (Hasselt), ən bleu kliət (Hasselt), ’n blau kliet (Hasselt), b.v. e la.nk ~, e swaréé ~: avondjurk.  klīēd (Hasselt), ie als in dier  e bleu klied (Hasselt) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] || jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || kleed (jurk) || Kleed. Annas kleed is veel langer als dat van Mieke [ZND 44 (1946)] III-1-3
jus, vleesnat bouillon: beljong (Hasselt), bəljoͅŋ (Hasselt), jus: ju (Hasselt), saus: Syst. Frings  sø͂ͅəs (Hasselt), søͅs (Hasselt, ... ) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] || vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3