e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vingerlid lid: leed van den vinger (Hechtel), lid (Hechtel), vingerlid: vingerleed (Hechtel, ... ) lid van de vinger [ZND 37 (1941)] III-1-1
vingers (spotnamen) pikken: pikke (Hechtel) Spotbenamingen voor de vingers [N 109 (2001)] III-1-1
vink botvink: boͅWtveŋk (Hechtel) vink [ZND 43 (1943)] III-4-1
viooltje violetje: violetteke (Hechtel), violettekes (Hechtel), viooltje: vioolke (Hechtel) Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)] I-7
vishengel vislijn: vischlijn (Hechtel) Een lange stok om mee te vissen. [ZND 23 (1937)] III-3-2
vlaai vlaai: vlaai (Hechtel, ... ), met toelichting van de bereidingswijze  vlaai (Hechtel) fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] III-2-3
vlaai met deegdeksel vlaai: vlaai (Hechtel) een dikke appeltaart met deksel [ZND 32 (1939)] III-2-3
vlaams vlaams: Vlaams (Hechtel) vlaams [ZND 23 (1937)] III-3-1
vlaamse gaai ekster: iekster (Hechtel), of: h-loos hikster?  iekster (Hechtel) vlaamse gaai [ZND 01 (1922)] || vlaamse gaai (meerkol) [ZND 34 (1940)] III-4-1
vlag vlag: vlag (Hechtel) vlag [ZND 17 (1935)] III-3-1