e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

Gevonden: 2777
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fluim fluim: fliem (Heijen) fluim [SGV (1914)] III-1-2
fluweel, velours fluweel: flywējl (Heijen) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fopspeen lots: loerts (Heijen), tut: tut (Heijen) fopspeen III-2-2
forsgebouwde koe geblokte koe: gǝblǫktǝ kuu̯ (Heijen) [N 3A, 141a] I-11
franje franje: franje (Heijen), franjǝ (Heijen) franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
freesbank, freesmachine frees: frē̜s (Heijen) Een werkbank waarop freeswerkzaamheden worden uitgevoerd. De freesbank bestaat uit een verstelbare tafel en een as waarop een frees, een cirkelvormige stalen schijf met fijne inkervingen of tanden, kan worden vastgezet. Wanneer de frees draait snijden de tanden of inkervingen zeer kleine spanen van het te bewerken metalen voorwerp af totdat dit de vereiste vorm heeft gekregen. Het werkstuk rust daarbij op de tafel. [N 33, 350a; monogr.] II-11
fruit bewaren muiken: mojjeke (Heijen), moïkken (Heijen), moͅi̯əkə (Heijen) meuken (fruit bewaren) [SGV (1914)] || meuken, rijpen III-2-3
fuik fuik: fük (Heijen) fuik [SGV (1914)] III-3-2
fuut poepeendje: poepé.ndje (Heijen) fuut III-4-1
gaan gaan: goan (Heijen) gaan [SGV (1914)] III-1-2