18806 |
piekeren |
prakkiseren:
prakkezeeren (Q243p Herstappe)
|
hij zat daar altijd te mijmeren (onder "mijmeren"verstaan we hier: over zijn zorgen zitten te denken, te piekeren, te prakkezeren) [ZND 39 (1942)]
III-1-4
|
20411 |
plaatsvervangende peetoom |
peteren:
petere (Q243p Herstappe)
|
peter die als plaatsvervanger optreedt, wanneer de ware peter niet aanwezig kan zijn? [ZND 37 (1941)]
III-2-2
|
20412 |
plaatsvervangende peettante |
paat:
paët (Q243p Herstappe)
|
meter die als plaatsvervanger optreedt, wanneer de ware meter niet aanwezig kan zijn? [ZND 37 (1941)]
III-2-2
|
22734 |
plankmis |
brouette (fr.):
berwett (Q243p Herstappe)
|
In vele streken moet de kegelbal een in de grond bevestigde plank raken, wanneer de speler hem wegslingert; wat wordt er gezegd wanneer de speler de plank mist (b.v. de bal er over heen werpt)? [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
21481 |
portemonnee, beurs |
portemonnee (<fr.):
eene leire portmonée (Q243p Herstappe)
|
Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
23279 |
purper |
violet:
vloët (Q243p Herstappe)
|
Hoe heet de kleur, die de overgang vormt tussen rood en blauw; de kleur van de bekleedsels die in de Goede Week over de kruisbeelden worden gehangen? [ZND 38 (1942)]
III-3-3
|
20559 |
rest in het glas |
klats:
klats (Q243p Herstappe)
|
kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)]
III-2-3
|
21476 |
rijksveldwachter |
garde (<fr.):
gard (Q243p Herstappe)
|
Hoe zegt men dat iemand door den veldwachter in boete wordt geslagen? Vertaal: "De veldwachter zal hem ... [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
19441 |
roestplek |
roestplek:
rôsplak (Q243p Herstappe)
|
roestplek [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
19410 |
roet |
roet:
røu̯t (Q243p Herstappe)
|
rookzwart onderaan een ketel [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|