32381 |
heulbank |
heulbank:
hø̜̄lbaŋk (L292p Heythuysen)
|
Een houten stellage, meestal vervaardigd uit een boomstam, waar in het midden een verdieping is aangebracht waarin de te bewerken klompen met behulp van stukken hout kunnen worden vastgezet. De klompen wijzen daarbij met hun voorzijde schuin naar beneden. Zo kan de klompenmaker bij het uithollen van de binnenzijde van de klompen meer kracht kan zetten. Zie ook afb. 237. Aan de zijkant van de heulbank zijn vaak twee houten pennen aangebracht waarin de messen en boren die bij het heulen worden gebruikt, vastgezet kunnen worden wanneer ze gewet dienen te worden. Zie ook het lemma ɛwettoppenɛ.' [N 97, 14a; A 29, 2; A 29a, 5a; monogr.]
II-12
|
18087 |
heupjicht |
heupjicht:
heupjicht (L292p Heythuysen)
|
Ischias: ontsteking van de heupzenuw, heupjicht (geschot, steek(te), pleurijs). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24912 |
heuvel, kleine hoogte |
heuveltje:
⁄n heūvelke (L292p Heythuysen),
hoogte:
hûûgjə (L292p Heythuysen)
|
een kleine hoogte [hoogje] [N 91 (1982)] || heuvel, natuurlijke verheffing van de aardbodem, lager dan een berg [bult] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25028 |
hevige slag |
klats:
klaats (L292p Heythuysen)
|
een hevige slag [klawats, klavets, klavans] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17776 |
hiel |
hak:
hak (L292p Heythuysen, ...
L292p Heythuysen),
vers:
vaesj (L292p Heythuysen),
(oud).
vae.rs (L292p Heythuysen)
|
voet: hak van de voet [vaesj, veers, hak] [N 07 (1961)]
III-1-1
|
20329 |
hij aardt naar zijn vader |
hij aardt naar zijn vader:
hè aardj nao zie vader (L292p Heythuysen)
|
naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [DC 02 (1932)]
III-2-2
|
18012 |
hijgen |
hijgen:
hijgen (L292p Heythuysen),
snakken:
snakken (L292p Heythuysen)
|
Hijgen: zwaar, hoorbaar ademen (hijgen, snakken). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20481 |
hijgen naar adem, reutelen |
reutelen:
reutelen (L292p Heythuysen)
|
hijgen naar adem, gezegd van een stervende [reutelen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
22777 |
hinkelblokje |
hinksteen:
platte stenen, tegeltjes, porceleinscherven
hinksteen (L292p Heythuysen)
|
hinkelblokje [VC 10]
III-3-2
|
22774 |
hinkelen |
hinken:
hinken (L292p Heythuysen)
|
hinkelspel [VC 10]
III-3-2
|