e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P188p plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vechten vechten: vēͅXtə (Hoepertingen), ze zen wiral an ⁄t vechten (Hoepertingen) vechten [ZND A1 (1940sq)] || Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)] III-3-1
vechthaan soorthaan: sō.rthǭǝn (Hoepertingen) Haan in de regel van een bijzonder ras, die afgericht wordt voor hanengevechten. Hanengevechten zijn een Haspengouwse specialiteit. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
vee beesten: bestǝ (Hoepertingen) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11
vee fokken kweken: kwekǝ (Hoepertingen) Het houden van vee met als doel de vermenigvuldiging van de dieren. Objecten als "vee" en "koeien" zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10b; monogr.] I-11
vee houden houden: (Hoepertingen) Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a] I-11
veearts artist: ártis (Hoepertingen) [JG 1a, 1b; Vld.; monogr.] I-11
veel drinken zuipen: z.oͅpə (Hoepertingen) zuipen (overmatig drinken) [ZND 08 (1925)] III-2-3
veel te wijde broek flodderbroek: floͅdərbruk (Hoepertingen) broek, veel te wijde ~ [flodderboks] [N 23 (1964)] III-1-3
veestapel beesten: bestǝ (Hoepertingen) Al het vee dat op een boerenbedrijf aanwezig is. Vergelijk het lemma ''vee'' (13.11) in deze aflevering. [JG 1a, 1b] I-11
veevoer verzamelen repen: ręi̯pǝ (Hoepertingen), snijden: snɛi̯ǝ (Hoepertingen), steken: stiǝkǝ (Hoepertingen), strepen: strepen (Hoepertingen), trekken: trękǝ (Hoepertingen) Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.] I-11