e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grootmoeder grootmoeder: groetmoeër (Houthalen), grŏĕtmŏĕddər (Houthalen), grutmudər (Houthalen), paat: kindertaal; cf. Roukens, p. 306 "Patin-Pate"; vgl. lemma "peettante/meter  paat (Houthalen) grootmoeder [ZND 35 (1941)] || grootmoeder (gemeenzaam/kindertaal) [ZND 35 (1941)] III-2-2
grootvader grootvader: groetvaer (Houthalen), grutva͂dəer (Houthalen), grutva͂dər (Houthalen), peter: kindertaal  peter (Houthalen) grootvader [ZND 35 (1941)] || grootvader (gemeenzaam/kindertaal) [ZND 35 (1941)] III-2-2
grote boerderij geleg: gǝlīǝx (Houthalen) Als grootte-aanduiding geven de informanten doorgaans "minstens 10 hectare" op; soms noemt men ook de maximum-grootte erbij, bijvoorbeeld: "van 20 tot 40 ha". Het aantal paarden is vaak ook criterium om van een "groot bedrijf" te spreken, bijvoorbeeld "boerenhof met paarden" (L 213). In het Leuvens materiaal, lijst 35, vraag 59 is gevraagd naar geleg of geleeg, met de betekenis "boerderij met grote landerijen". Naast specifieke termen vindt men tussen de opgaven ook enige omschrijvingen, vooral met behulp van het bijvoeglijk naamwoord groot. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c en 3a; L 22, 1a; L 35, 59; monogr.; add. uit L 38, 22] I-6
grote duiventeek teek: teek (Houthalen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote duiveteek of mijtteek: zuigen bloed s nachts bij broedende vogels. Larven als rode speldeknoppen onder de vleugels en in de hals. [N 93 (1983)] III-3-2
grote hoeveelheid, hoop hoop: hup (Houthalen), hoop (zand): hup sant (Houthalen), partij: pərteͅi (Houthalen), tas: (koren, stro),  tas (Houthalen), vracht: vraxt (Houthalen) een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] || grote hoeveelheid (bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, mouk, del) [ZND B2 (1940sq)] || onbepaalde grote hoeveelheid (vracht) [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
grote hostie grote hostie (<lat.): grute hostie (Houthalen) De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)] III-3-3
grote knikker tumpel: nən tømpəl (Houthalen), tumpel (Houthalen), een stenen knikker, groot of klein, heet altijd een stiene tumpel  tumpel (Houthalen) Een dikke glazen knikker. [ZND B1 (1940sq)] || Grosser Wurfmurmel. || Knikker: de grote (glazen of stenen). [ZND 16 (1934)] III-3-2
grote mand met diverse onderverdelingen korf van 10: kûrf van 10 of 12 (Houthalen) Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met diverse hokjes, om het inkorven gemakkelijk te maken? [N 93 (1983)] III-3-2
grote mand met twee verdiepingen dubbele korf: dobbele kûrf (Houthalen) Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met twee verdiepingen? [N 93 (1983)] III-3-2
grote mand waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden kevie: kieven (Houthalen) Hoe heet verder in Uw dialect: de grote manden waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden? [N 93 (1983)] III-3-2