e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schommel schokkel: ən sòkəl (Kanne), ən šokkəl (Kanne), /  de sjokkel, (-e)/(-s) (Kanne), schokkel (Kanne, ... ), mv - s, -e  de sjokkel (Kanne), zwik: ən zwek (Kanne) / [SND (2006)] || schommel [SND (2006)] || Schommel. [ZND 14 (1926)] III-3-2
schommelen schokkelen: sjokkele (Kanne), (ww.)  sjokkele (Kanne), ww.  sjokkele (Kanne) / [SND (2006)] || b) zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen] [N 112 (2006)] III-3-2
school school: šōͅl (Kanne) school [RND] III-3-1
schoolkinderen schoolkinderen: ṣo:lke.ndər (Kanne) schoolkinderen [RND] III-3-1
schoondochter schoondochter: sjŏĕndochter (Kanne) schoondochter [ZND 06 (1924)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: sjŏĕnmoejer (Kanne) schoonmoeder [ZND 06 (1924)] III-2-2
schoonouders schoonouders: sjonawers (Kanne) De ouders van je echtgeno(o)t(e) (schoonouders) [N 115 (2003)] III-2-2
schoonvader schoonvader: sjŏĕnvaojer (Kanne) schoonvader [ZND 06 (1924)] III-2-2
schoonzoon schoonzoon: sjŏĕnzoon (Kanne) schoonzoon [ZND 06 (1924)] III-2-2
schoonzuster schoonzuster: sjoenzuster (Kanne, ... ), zwegerse: zwiegerse (Kanne, ... ) schoonzuster [ZND 06 (1924)], [ZND 11 (1925)] III-2-2