e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

Gevonden: 3656
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): peͅləren (Kaulille), pelerinetje (<fr.): peͅləren(nəkə) (Kaulille) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerkleren: zōmərklīr (Kaulille) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: soneXsə klīr (Kaulille) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse schort `s zondagsscholkje: soneXsXoͅləkskə (Kaulille) schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)] III-1-3
zool van een schoen zool: zōəl (Kaulille) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoolbeslag lap: lap (Kaulille) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12
zoom zoom: zum (Kaulille) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoom in de huif schuif: sxyf (Kaulille) Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75] I-13
zuchtje het zevert zo maar wat: ǝt ˲zivǝrt ˲zu mɛ wa (Kaulille) [N O, 9b] II-3
zuigfles papfles: papfles (Kaulille) zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 115 (2003)] III-2-2