e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Keent

Overzicht

Gevonden: 1396
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huis, woning huis: hū.s (Keent), kruipgat: krū.p˃gāt (Keent) huis || zeer bekrompen behuizing III-2-1
huismus, mus huiskets: hoêskets (Keent), mus: ook verzamelnaam voor klein gevogelte  mös (Keent) huismus || mus III-4-1
huisvlieg, vlieg vlieg: vleeg (Keent) vlieg III-4-2
huiszwaluw steenzwalf: ook: gierzwaluw  steînzwâllef (Keent) huiszwaluw III-4-1
hulst hulst: höls (Keent) hulst III-4-3
iemand prijzen bestuiten: bestoête (Keent), bestuûte (Keent), opsteken: eeme opstaeke (Keent), stuiten: stuûte (Keent) iemand ophemelen || loven, prijzen || prijzen, lofspreken van III-1-4
iets goedmoeds doen goedig: geûjig (Keent) goed, goedig III-1-4
ijs (alg.) ijs: (verkleinwoord: iêske).  ī.s (Keent) ijs III-4-4
ijsje ijskoud, een -: Verklw. eiskoutje De meister traktieërdje de hieël klas op ¯n eiskoutje  eiskout (Keent) ijs III-2-3
ijsschots ijsschol: (meervoud: iêsscholle; verkleinwoord: iêsschölke).  iêsschol (Keent) ijsschots, ijsschol III-4-4