e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

Gevonden: 2642
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bidden beden: ge moet beeən (Koersel) Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3
biechten (gaan) te biechte gaan: te biechte (Koersel) We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)] III-3-3
bieden bieden: bejə (Koersel), bĕĭjə (Koersel), hogen: hŭəgə (Koersel) bieden [RND], [ZND 21 (1936)], [ZND A2 (1940sq)] III-3-1
bier bier: bīēr (Koersel) bier [RND] III-2-3
bierpap slemp: Syst. Frings  slɛmp (Koersel) Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)] III-2-3
bieslook bieslook: biesloeək (Koersel), look: loeək (Koersel) [ZND 34 (1940)] I-7
biestmelk biest: bes (Koersel), biestmelk: besmølk (Koersel) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
bietenloof, bladerkroon bietenblader: biǝtǝblǭr (Koersel), bietenkruid: biǝtǝkrø̜i̯t (Koersel), bietenloof: biǝtǝluf (Koersel) De bladeren van de bietenplant. [N 12, 46; L 30, 34b; monogr.; add. uit N 12, 48] I-5
bietenplantjes uitdunnen aftrekken: āftrękǝ (Koersel) Uit de rijen jonge plantjes telkens enkele exemplaren weghalen zodat de overgebleven bietenplantjes meer ruimte krijgen om uit te groeien. Doorgaans wordt dit werk in twee fases gedaan. Eerst wordt met de schoffel of de hak op regelmatige afstanden de rij plantjes over de breedte van de schoffel onderbroken. Van de overgebleven groepjes wordt dan iets later alleen het beste plantje overgehouden; de andere worden met de hand uitgetrokken. Tegelijk wordt dat geselecteerde plantje extra aangezet. Intussen wordt, zoals op het aardappelveld, regelmatig onkruid gewied; zie de toelichting bij het lemma Aanaarden. Het object van de handeling is steeds bieten, bietenplantjes. [N 12, 45; N Q, 8; JG 1b; monogr.; add. uit N 15, 2] I-5
bietenveld rapenland: rǭpelant (Koersel), rapenveld: rǭpǝvęlt (Koersel) Met bieten of rapen bezaaid stuk land. [L 41, 2; monogr.] I-5