e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

Gevonden: 2675
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
echtgenoot man: ma’n (Kortessem), mens: menne mins (Kortessem) echtgenoot III-2-2
echtgenote halve trouwboek: mennen halven trôuwbóek (Kortessem), vrouw: vrauw (Kortessem), vrouwmens: vrommes (Kortessem), wijf: wijf (Kortessem) echtgenote III-2-2
eed eed: e[i}d (Kortessem), eid (Kortessem), äjt (Kortessem) eed [ZND 23 (1937)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: ēkjøͅŋkə (Kortessem) eekhoorntje [ZND B2 (1940sq)] III-4-2
eelt, eeltknobbel eelt: Verouderd; nu wordt meer hoòdvleis gebruikt.  eelt (Kortessem), huidvlees: hoòdvleis (Kortessem), weer: weer (Kortessem) eelt III-1-2
eeltwrat, zweelwrat knobbel: knubǝl (Kortessem), spat: spat (Kortessem), spoor: spǭr (Kortessem) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een borrel drinken die goede dag gaan zeggen: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  di goeë daag gouwn zeggen (Kortessem), een drupje drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  drøͅpkə drei̯nkə (Kortessem), drəpkə dreͅnkə (Kortessem), een grote pakken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  groͅətə pakkə (Kortessem), naar het kindje gaan: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  no ’t ki/jntšə kīkə goͅən (Kortessem) druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] III-2-3
een boterham smeren een boterham bereiden: weinig gebruikt  ənə bui̯təram brēə (Kortessem), een boterham smeren: ənə bui̯təram smierə (Kortessem) smeren [RND] III-2-3
een duif bovenaan de deelnemerslijst zetten eerste inzet: jeste einzet no. 1 (Kortessem) een duif bovenaan die lijst zetten (om te suggereren dat ze de meeste kans maakt op een goede uitslag)? [N 93 (1983)] III-3-2
een ei ei: ē (Kortessem), ēi̯.ǝ (Kortessem), ēǝ (Kortessem) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12