e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1547
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houtspaander snip: snøpə (Laar) stukjes spaander of wilgenhout om bv. de pijp aan te steken en daarmee lucifers te sparen. De snuppe hingen in een oude klomp of snuppeplenkske in de keuken naast de schoorsteen III-2-1
huichelaar pilarenbijter: pelaerebiêter (Laar) schijnheielige III-1-4
huilen huilen: huûle (Laar), krijten: kritje (Laar), kriête (Laar) huilen III-1-4
huis woonhuis: wūənhū.s (Laar) woonhuis III-2-1
huis, woning huis: hū.s (Laar), kruipgat: krū.p˃gāt (Laar) huis || zeer bekrompen behuizing III-2-1
huismus, mus huiskets: hoêskets (Laar), mus: ook verzamelnaam voor klein gevogelte  mös (Laar) huismus || mus III-4-1
huisvlieg, vlieg vlieg: vleeg (Laar) vlieg III-4-2
huiszwaluw steenzwalf: ook: gierzwaluw  steînzwâllef (Laar), zwalf: zwalf (Laar) huiszwaluw III-4-1
hulst hulst: höls (Laar) hulst III-4-3
iemand prijzen bestuiten: bestoête (Laar), bestuûte (Laar), opsteken: eeme opstaeke (Laar), stuiten: stuûte (Laar) iemand ophemelen || loven, prijzen || prijzen, lofspreken van III-1-4