24913 |
broekland, moeras |
broek:
broôk (L289b Leuken),
moer:
(meervoud: moore).
moor (L289b Leuken),
moest:
moeëst (L289b Leuken),
tus:
tus (L289b Leuken),
(zo wordt het ook genoemd).
tis (L289b Leuken),
zomp:
zômp (L289b Leuken)
|
moerasland, drassig land || moerassig land || moerassige grond, verende grond in een stuk weiland
III-4-4
|
20335 |
broer |
broer:
broor (L289b Leuken)
|
broer
III-2-2
|
22586 |
bromtol |
bromtol:
bromtol (L289b Leuken)
|
Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. I. als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
34342 |
bronstig |
breustig:
brø̄stex (L289b Leuken)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
25593 |
brood netten |
strijken:
strīkǝ (L289b Leuken)
|
Het bevochtigen van de bovenzijde van deegbrood. De bedoeling van deze bewerking is om bij het bakken een mooie bruine korst te krijgen. [N 29, 40a; N 29, 30b; N 29, 39b; N 29, 40d; monogr.]
II-1
|
25613 |
brood uit de oven halen |
uithalen:
ȳthālǝ (L289b Leuken)
|
Het brood uit de oven halen wanneer het gereed is. Een bij het woord opgegeven object "brood" is niet opgenomen. [N 29, 50; N 29, 49; OB 2, 2e; monogr.]
II-1
|
20710 |
broodje |
kadetje:
kadetjes (L289b Leuken),
kedet’je (L289b Leuken),
Syst. WBD
kadetje (L289b Leuken),
pistolet:
Fr. pistolet Verklw. pisteleeke
pistelee (L289b Leuken),
Syst. WBD Meer langwerpig
pistolee (L289b Leuken),
schietspoel:
Verklw. scheetspeulke
scheetspool (L289b Leuken)
|
broodje || klein broodje met deuk || langwerpig broodje || verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] || Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25493 |
broodkorst |
korst:
korst (L289b Leuken)
|
De broodkorst aan de beide uiteinden van het brood. [N 29, 55; monogr.]
II-1
|
19531 |
broodmes |
broodmes:
oa, iets gescheiden uitspreken.
broadmes (L289b Leuken)
|
mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)]
III-2-1
|
25500 |
broodoven |
oven:
ōvǝ (L289b Leuken)
|
De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.]
II-1
|