e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mortel spijs: spīs (Leunen) Een mengsel van gebluste kalk of cement, zand of tras en water. Het wordt gebruikt om bij het metselen de stenen tot een samenhangend, vast geheel te verbinden. De aard en de hoeveelheid van de grondstoffen bepalen het gebruik van de verschillende soorten mortels. Vgl. de volgende lemmata. (zie kaart) [monogr.; div.] II-9
mossel mossel: mossel (Leunen, ... ) mossel [SGV (1914)] III-2-3
mosterd mosterd: mōsterd (Leunen), Dat kumt as maosterd nó dn aet: dat komt als mosterd na de maaltijd Láche as ennen hoond dén maosterd gevraete hit: lachen tegen wil en dank/zuurzoet lachen  maosterd (Leunen) mosterd [SGV (1914)] III-2-3
mot beduil: peduul (Leunen), mot: mot (Leunen, ... ) mot [SGV (1914)] || mot, vlindertje || motvlinder III-4-2
motregen, fijne regen gesmiezel: gesmiēzel (Leunen), gesmoezel: (dit is een variant van gesmi‰zel).  gesmoēzel (Leunen), knoei: knoej (Leunen), miezel: miēzel (Leunen) motregen, fijne regen III-4-4
motregenen, licht regenen miezelen: miēzele (Leunen), ’t miezelt (Leunen), smoezelen: (dit is een synoniem voor mi‰zele).  smoēzele (Leunen) miezelen, motregenen || motregen, het motregent (regen met heel fijne druppels). [DC 30 (1958)] III-4-4
mout malt: malt (Leunen) Het op de eest of eestvloer gedroogde en eventueel geroosterde graan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''eesten''. [N 35, 20; L 1a-m; L 1u, 166; S 5; Jan 14d; monogr.] II-2
mouw mouw: mow (Leunen) mouw [SGV (1914)] III-1-3
mouwschort mouwscholk: móuwschòllek (Leunen) zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)] III-1-3
muik muik: mar.: volgens res. wordt het eerder gebruikt als benaming voor het verstopte fruit dan voor de geheime bergplaats  mòjək (Leunen) Kent u een woord voor een geheime bergplaats voor onrijp fruit? Vroeger legden de kinderen vruchten, vooral appels, die ze onrijp geplukt hadden, op een verborgen plekje in het hooi of stro om zacht te worden. Voorbeelden met woorden voor deze bergplaats [DC 31 (1959)] III-2-3