e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heup heup: heup (Lommel), høp (Lommel, ... ) de heup (zijde van het lichaam) [ZND 26 (1937)] || heup [N 10b (1961)] III-1-1
heupjicht flerecijn: flerecijn (Lommel), flurrecijn (Lommel) Ischias: ontsteking van de heupzenuw, heupjicht (ischias, geschot, steek(te), pleurijs, flerecijn). [N 107 (2001)] III-1-2
heuvel berg: bɛrx (Lommel), bergje: bɛrxskǝ (Lommel), kleine berg: klęnǝn bɛrx (Lommel) Een kleine verhevenheid in het landschap. [L 34, 22] I-8
heuvel, kleine hoogte berg: (ne) berg (Lommel), bergje: Beͅrgskə (Lommel), ⁄n bērrɛgsken (Lommel), hoogte: wa d⁄en hoeïchte (Lommel), wa ⁄n hechte (Lommel), wa ⁄n hogte (Lommel), wa⁄en hogte (Lommel), kleine berg: een klènen berg (Lommel) heuvel [ZND 34 (1940)] || wat een hoogte! [ZND 27 (1938)] III-4-4
hiel hiel: hil (Lommel), vers: ves (Lommel), vjes (Lommel), vessem: vessem (Lommel) Het achterste gedeelte van de voet. [N 60, 168a] || hoe heet het achterdeel van de voet (fr. talon) [ZND 29 (1938)] II-10, III-1-1
hiel [wld ii.10, p. 7] hiel: hiel (Lommel) Het achterste gedeelte van de voet? (hiel?) [N 60 (1973)] III-1-3
hielpand hak: hak (Lommel) Het gedeelte van het boventuig dat de achterkant van de voet, het achterste deel van de zijkant van de voet en de bovenkant van de wreef bedekt. Zie afb. 18. [N 60, 17; N 60, 28] II-10
hielpand [wld ii.10, p. 24] hak: hak (Lommel) Hoe noemt u het gedeelte van de schoen dat afgebeeld is op tek. 17? (hiel) [N 60 (1973)] III-1-3
hielstuk van een schoen contrefort (fr.): contrefort (Lommel), keͅntrəfōͅr (Lommel), kontrefor (Lommel), hielstukje: Dat is het bovenste van de hiel.  hielstukje (Lommel) contrefort || Een stijf stuk leer tot meerdere stevigheid in de schacht aan de hielkant tussen leer en voering vastgekleefd (contrefort, hielstijf, bezetsel?) [N 60 (1973)] || hielstuk [konterfort[ [N 24 (1964)] || Hielstukje? [N 60 (1973)] III-1-3
hiernamaals als we geleefd hebben: as we geleefd hemmen (Lommel), na onze tijd: na ozzen tijd (Lommel) Het hiernamaals, het namaals, het leven na dit leven. [N 96D (1989)] III-3-3