e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weerborstel borstel: borsǝl (Maasbree) Harde, dikke en stijve stekelharen met een draaiing erin voor op de rug van het varken. [N 76, 13; N 28, 31] I-12
weerlichten weerlichten: waerlichte (Maasbree) bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] III-4-4
weerlichtx weerlicht: waerleëch (Maasbree), wèrleegt (Maasbree), wéérleegt (Maasbree), wêrleecht (Maasbree) bliksem [SGV (1914)] || bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] || bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] III-4-4
weersgesteldheid weer: wêr (Maasbree) weer [SGV (1914)] III-4-4
weerwolf weerwolf: wêrwolf (Maasbree) weerwolf [SGV (1914)] III-3-3
weesgegroet weesgegroet: weesgegroet (Maasbree) Het gebed "Weesgegroet Maria", "Ave Maria", groetenis [jejruust zais(t) de Maria]. [N 96B (1989)] III-3-3
weg weg: wex (Maasbree) weg [RND] III-3-1
wegdassen verdassen: vǝrdasǝ (Maasbree) Kwaststrepen in pas aangebrachte verf met behulp van een daskwast wegwerken. [N 67, 76b] II-9
weggrissen grijbelen: griebele (Maasbree), ratsen: ratse (Maasbree), ritsen: ritse (Maasbree) grissen: Snel wegnemen (grissen, ritsen, keuteren, graaien). [N 84 (1981)] III-1-2
wegkwijnen wegteren: wegteeren (Maasbree), wégtere (Maasbree) (Weg)kwijnen: langzaam achteruitgaan, gezegd van een zieke (kwijnen, kwelen, pratten, afteren). [N 84 (1981)] III-1-2