e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

Gevonden: 4905
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boordenknoopje colknoopje (<fr.): kŏlknøͅypkə (Maaseik) boordeknoopje [N 23 (1964)] III-1-3
boot(je) boot(je): buutje (Maaseik), door de jeugd gezegd  by(3)̄ətšə (Maaseik), pontje: gezegd door ouderen (`n pûnt)  pŭntšə (Maaseik) een bootje (om te roeien) [ZND 24 (1937)] III-3-1
bord telder: te.i̯ər (Maaseik) bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
bordenrek, schotelrek rekje: reͅkskə (Maaseik, ... ) rekje aan de wand waarop bordjes of sierbordjes worden geplaatst (teerekske) [N 20 (zj)] III-2-1
borg borg: bəùrg (Maaseik) borg [ZND 01 (1922)] III-3-1
borg blijven borg blijven: bĕrg blüven vuur eemes (Maaseik), bərg blijvə vy(3)̄r ēməs (Maaseik) Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)] III-3-1
borrelen (van water) bobbelen: boebbele (Maaseik) bobbelen [ZND 01 (1922)] III-4-4
borrelglaasje borreltje: boͅrəltšə (Maaseik), bøͅrəlkə (Maaseik) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borst borst: bǫrs (Maaseik) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borstel borstel: byrstəl (Maaseik), bø͂ͅrstəl (Maaseik) borstel [N 05A (1964)], [ZND 01 (1922)] III-2-1