e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke meikever molenaar: meuleneer (Maastricht) meikever, met veel wit stof [DC 18 (1950)] III-4-2
mannelijke merel mannetje: menneke (Maastricht), mennekke (Maastricht), melderhoorn: meelder-hore (Maastricht), merel: meerəl (Maastricht, ... ), merel (Maastricht), merelman: meerel-maan (Maastricht), merelmannetje: merelmenneke (Maastricht) een mannelijke merel (melhoorn, merelhoorn) [N 83 (1981)] || mannetjesmerel [DC 06 (1938)] III-4-1
mannelijke vis hom: Endepols  hom (Maastricht), ideosyncr.  hom (Maastricht), hommer: hommer (Maastricht), melker: mèlleker (Maastricht), milter: WLD  mèlter (Maastricht), vis: WBD/WLD  vés (Maastricht, ... ) Hoe noemt u een mannelijke vis (hommer, hom, homvis, milter) [N 83 (1981)] III-4-2
mannenkant evangeliekant: de evangeliekant (Maastricht), evangeliekant (Maastricht), ēvangēliekant (Maastricht), jongenskant: alleen tijdens de kindermissen, mannen en vrouwen zaten niet gescheiden. Men zat opzijj aan de kaant vaan de preekstool; of: aon de kaant vaan kaplaon die-en-die, d.w.z. in de zijgang waar genoemde kap. zinn biechtstoel had; of: aon sint jozef, n bekende kapel aon die zijgang, enz...  jongeskant (Maastricht), mannenkant: mànnəkànt (Maastricht), mansluikant: mansluikant (Maastricht) De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mannenkleren herengoed: hiere good (Maastricht), herenkleding: hierekleijing (Maastricht), mannenkleren: manneklèjer (Maastricht), mannekléjer (Maastricht), manskleren: manskleier (Maastricht), manskleijer (Maastricht) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] || Mannenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenondergoed herenondergoed: hiereondergood (Maastricht), hiereoondergood (Maastricht) Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenonderhemd hemd: humme (Maastricht, ... ), hemdje: hummeke (Maastricht), manshemd: manshumme (Maastricht), onderhemd: oonderhūmme (Maastricht), onderhemdje: oonderhummeke (Maastricht), onderlijfje: (ónder)leifke (Maastricht), Verkl.  ónderlijfke (Maastricht) manshemd || onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] || onderlijf: onderkledingstuk voor vrouwen III-1-3
mantelpak mantelpak: mantelpak (Maastricht), mantelpakje: mantelpekske (Maastricht, ... ) mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3
manziek flots: flóts (Maastricht), jongensgek: jóngesgek (Maastricht, ... ), mansgek: mansgek (Maastricht, ... ), manziek: māānziek (Maastricht), zo gek wie een schop: zoe gèk wie e sjöp (Maastricht) jongensgek || mannengek || manziek [heet] [N 10C (zj)] || manziek vrouwspersoon III-2-2
maretak kruidwis: (= boerenwormkruid).  kroet wisj (Maastricht), mistletoe: mistletoe (Maastricht), vogelwikke: vogelwik (Maastricht) maretak {afb}, een op bomen woekerende plant waaran de stengel gaffelvormig vertakt is met lepelvormige altijd groene bladeren, de vrucht is witte, soms gele bes [N 37 (1971)] || vogellijm, marentak III-4-3