e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jonge koorzanger koraaltje (<lat.): keuroalke, kroalke (Maastricht), kraölke (Maastricht), kräölke (Maastricht, ... ), kräölkes (Maastricht), krölke (Maastricht), zangertje: zèngərkə (Maastricht) Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)] III-3-3
jonge vrouw grote meid: groete meid (Maastricht), jonge vrouw: jong vrow (Maastricht), jung vrouw (Maastricht), jòng vròw (Maastricht), jongedochter: jóngdochter (Maastricht), jonkvrouw: joonkvrouw (Maastricht), mamzel: mamzèl (Maastricht), meidje: meidske (Maastricht), meidskə (Maastricht), méétskə (Maastricht), vrouwtje: vrouke (Maastricht) huwbaar meisje, jonge vrouw || jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] || ongehuwde jonge vrouw III-2-2
jongen jong: jong (Maastricht, ... ), joŋ (Maastricht, ... ), joͅŋ (Maastricht, ... ), jòng (Maastricht), jónk (Maastricht), jóóng (Maastricht), cf. WNT s.v. "jong (II) - jonk"3. kind of jeugdig persoon van het mannelijk geslacht  jóónk (Maastricht), jonge mens: jónge mins (Maastricht), cf. VD s.v. "jongmens  jóngə méns (Maastricht), mv. = jongelui  jónge mins (Maastricht), jongeheer: jóngenhier (Maastricht), jongeman: jónge maan (Maastricht), jongen: jòngə (Maastricht, ... ), jongetje: jungske (Maastricht), slungel: slungəl (Maastricht) grote (opgeschoten) jongen [ZND 11 (1925)] || jongeling || jongen [DC 05 (1937)], [ZND 11 (1925)] || jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen, knaap || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] || jongen; Heb nou toch geduld, jongen ! [N I (1964)] || jongetje || jongmens III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft jong: heure jong (Maastricht), jong (Maastricht), jóng (Maastricht), mənə joŋ (Maastricht, ... ), mənə joͅŋ (Maastricht), liefste: leefste (Maastricht, ... ), leefstə (Maastricht, ... ), leeste (Maastricht), leestə (Maastricht), lēfstə (Maastricht), lēstə (Maastricht), miene leefste (Maastricht), minə lēstə (Maastricht), mənə lēefs.tə (Maastricht), mənə lēfstə (Maastricht, ... ), m⁄ne leefste (Maastricht), vrijer: vreijer (Maastricht), vrij-jer (Maastricht), vrijer (Maastricht, ... ) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] || vrijer III-2-2
jongen met wie men verloofd is aanstaande: aonstaonde (Maastricht), miene aonstaonde (Maastricht), mənə ōͅnstōͅndə (Maastricht), ōͅnstōͅndə (Maastricht, ... ), jong: jong (Maastricht), liefste: leefste (Maastricht, ... ), leefstə (Maastricht, ... ), leestə (Maastricht), lēstə (Maastricht), minə lēstə (Maastricht), verloofde: vərloofdə (Maastricht), vərlōf˂də (Maastricht, ... ), vrijer: vrijjər (Maastricht) (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? [DC 05 (1937)] || verloofde || verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)] III-2-2
jongensblouse bloes: bloes (Maastricht, ... ), jongensbloes: jongesblouse (Maastricht) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jongenshemd? hemdje: hummeke (Maastricht), onderhemdje: oonderhummeke (Maastricht) Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)] III-1-3
jongensonderbroek? jongensonderbroek: jongesonderbrook (Maastricht), jongesoonderbrook (Maastricht) Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3
jongensondergoed? jongensondergoed: jongesondergood (Maastricht), jongesoondergood (Maastricht) Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3
jongste kind benjamin: benjamin (Maastricht), hekkensluiter: hekkesleeter (Maastricht), nakomer: naokómmer (Maastricht), scharpotje: sjaarpotsje (Maastricht) Andere benaming van: wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)] || jongste kind dat laat na het voorlaatste is gekomen III-2-2