24331 |
meikever |
meikegel:
meikègel (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo),
meikever:
eigen spellingsysteem
meikèver (L217p Meerlo),
strontkever:
eigen spellingsysteem ook wel -
strŏntkèver (L217p Meerlo)
|
Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever [SGV (1914)]
III-4-2
|
33553 |
meiraap |
knolletje:
eigen spellingsysteem
kNULLeke (L217p Meerlo)
|
De meiraap, een vroege variëteit van de raap (meiraap, tolletje, knolletje, kelen, raap). [N 82 (1981)]
I-7
|
20309 |
meisje |
deern:
den (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo),
dolletje:
dölleke (L217p Meerlo),
maagdje:
megje (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo),
mägje (L217p Meerlo),
meidje:
madje (L217p Meerlo)
|
meisje [SGV (1914)] || meisje; (Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20366 |
meisje met wie een jongen verkering heeft |
meid:
meid (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo)
|
het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20381 |
meisje met wie men verloofd is |
aanstaande:
anstonde (L217p Meerlo),
maagdje:
megje (L217p Meerlo)
|
Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is? (Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] || verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18125 |
melaatsheid |
melaatsheid:
melaatsheid (L217p Meerlo)
|
Melaatsheid: lepra, in de huid ontstaan knobbels; de ziekte kan tot afschuwelijke verminkingen leiden (leproosheid, lazerij). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24543 |
melde |
schietmelde:
schietmelde (L217p Meerlo),
onkruid
schietmelde (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo,
L217p Meerlo,
L217p Meerlo,
L217p Meerlo,
L217p Meerlo)
|
melde || melde, onkruid
III-4-3
|
22800 |
melden (kaartterm) |
melden:
melde (L217p Meerlo)
|
Roemen bij het kaartspel.
III-3-2
|
33294 |
melganzevoet |
schietmelde:
sxitmęldǝ (L217p Meerlo)
|
Chenopodium album L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op braakliggend land en bouwland, vooral bij sterke bemesting, en met name ook waar pulpkuilen gestaan hebben. Het heeft witte bloemtrosjes, die van juli tot de herfst bloeien, en bladeren die van boven dof en van onder wit-melig zijn. De hoogte varieert van 15 tot 120 cm. [JG 1a, 1b; A 60A, 83; monogr.]
I-5
|
20970 |
melig |
melig:
eigen spellingsysteem
mèlig (L217p Meerlo)
|
Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)]
III-2-3
|