id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18279 | vouw | plooi: pluəj (Meeswijk), vouw: vā:w (Meeswijk) | plooi: rimpel in een stof, vouw || vouw, plooi III-1-3 |
21149 | vrachtwagen | camion (fr.): camion (Meeswijk), kaməjōͅ (Meeswijk) | camion || een grote auto voor goederenvervoer [vrachtwagen, camion] [N 90 (1982)] III-3-1 |
32943 | vregelpaal | naald: nǭlt (Meeswijk) | In de Kempen en in het zuid-oosten van het onderzoeksgbied wordt een tweede boom voor het vastzetten van het hooi op de kar gebruikt. Deze vregelpaal is (doorgaans draaibaar) onder in de bak van de hoogkar gemonteerd en loopt door het midden van het verzwaarde dwarse sluithout, de bril. Het bindtouw werd dan om deze vregelpaal heengeslagen en daarna werd deze door middel van een stok of knuppel, de vregelstok, aangedraaid. Zie ook de toelichting bij het lemma ''vregelstok'' en afbeelding 15. De foto''s van afbeelding 15 zijn genomen in Mechelen aan de Maas (Q 9). [N 17, 14a; JG 1d, 2c; monogr.] I-3 |
20220 | vriend, kameraad | kameraad: kàmməraot (Meeswijk), vriend: vrun’t’ (Meeswijk) | kameraad || vriend III-2-2 |
18852 | vriendelijk | vriendelijk: vruntələk (Meeswijk) | welwillend, voorkomend III-1-4 |
20276 | vroedvrouw | wijsvrouw: leenvertaling uit Fr. = sage-femme wīēsfròw (Meeswijk) | vroedvrouw III-2-2 |
19163 | vrouw die gaarne kwaad spreekt | klappei: klàpéj (Meeswijk) | kwaadspreekster III-1-4 |
22856 | vrouw in het kaartspel | dame: De dame gaat boven de boer. dam (Meeswijk) | Dame: (kaartspel). III-3-2 |
20155 | vrouw, vrouwspersoon | taats: cf.Weijnen Etym.dialectwb. s.v. "taat"(taart, boterham) en s.v. "ta, tate, taat, tatte"(vader, grootvader cf. Endepols taatsj (Meeswijk), vrouw: vròw (Meeswijk), vrouwlui: coll. vròluj (Meeswijk), wijf: minachtend wīēf (Meeswijk) | vrouw || vrouwspersoon || wijf III-2-2 |
24354 | vrouwelijk dier | wijfje: w‧ifkə (Meeswijk) | vrouwtje, vrouwelijk dier III-4-2 |