21859 |
loven en bieden: aanprijzen |
aanhalen:
(verkoper).
aanhalen (L364p Meeuwen)
|
loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21194 |
luchtballon |
ballon:
ps. omgespeld volgens RND!
bəlon (L364p Meeuwen)
|
een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
30083 |
luchtbel |
kwik:
kwek (L364p Meeuwen)
|
De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.]
II-9
|
24998 |
luchtbel in water |
bobbel:
bobəl (L364p Meeuwen)
|
de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17687 |
luchtpijpen |
luchtpijpen:
løxtpipə (L364p Meeuwen)
|
luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
25217 |
luchtx |
lucht:
loͅxt (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen)
|
lucht [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)]
III-4-4
|
19619 |
lucifer |
stekje:
stekske (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen,
L364p Meeuwen),
stɛkskə (L364p Meeuwen)
|
lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)]
III-2-1
|
18918 |
lui |
lui:
lēͅi̯ (L364p Meeuwen),
lééj (L364p Meeuwen),
niet scheutig:
nesjītəx (L364p Meeuwen),
niet scheutig (L364p Meeuwen)
|
lui || niet verlangend om te werken of een handeling te verrichten [lui, niet scheutig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21346 |
lui (lieden) |
lui:
līj (L364p Meeuwen),
mensen:
minsə (L364p Meeuwen)
|
lui (lieden) [ZND m] || mensen [RND]
III-3-1
|
18878 |
luid schreien |
beuken:
beuken (L364p Meeuwen),
bīkə (L364p Meeuwen),
blaten:
de moos viêr zuu ein kleinigheid neet blète, jong
blète (L364p Meeuwen),
schreeuwen:
schreeuwen (L364p Meeuwen),
toeten:
Sjei toch ins ût möt det getût
tûte (L364p Meeuwen)
|
hard wenen || klaaglijk wenen || zeer luid huilen [janken, schreiten, beuken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|