e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meldert

Overzicht

Gevonden: 1821
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fortuin maken fortuin maken: Hai zal forteun maken (Meldert), zich rijk maken: Hij zal hem rijk maken (Meldert) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
framboos framboos: framboes (Meldert) framboos [ZND 34 (1940)] I-7
frankrijk frankrijk: Wij hemmen in Frankrijk gezeiete (Meldert), Wij hemmen in Frankrək geziəten (Meldert) Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)] III-3-1
gaan gaan: goin (Meldert), gon (Meldert) gaan [ZND A2 (1940sq)], [ZND m] III-1-2
gaar murw: møͅrf (Meldert) murw (gaar gekookt) [ZND A1 (1940sq)] III-2-3
gadeslaan? gadeslaan: Zen zake goaslagen (Meldert), Z⁄n zaken gaaislaan (Meldert) Zijn zaken gadeslaan, goed zorgen voor zijn zaken. [ZND 35 (1941)] III-3-1
galgenaas crapule (fr.): krapul (Meldert), ne krapul (Meldert), slechterik: slechterik (Meldert), smeerlap: smeerlap (Meldert) Een zeer slecht mens (galgenaas). [ZND 35 (1941)] III-3-1
galmgaten galmgaten: de galmgaten (Meldert), galmgaten (Meldert) Galmgaten (in de kerktoren om de klokkenklank door te laten). [ZND 35 (1941)] III-3-3
galopperen in galop (lopen): en ga`lǫp (Meldert) De galop is een drie-tempogang. Het paard beweegt met lange, gelijkmatige passen en leidt met één van de voorbenen. Beginnend met het rechter voorbeen gaat het als volgt verder: links achter (linker diagonaal), rechts achter en links voor, gevolgd door een zweefmoment. Bij het grootste aantal paarden hoort men drie hoefslagen (zie drieslag), waarbij de nederzetting van de twee voeten overkruis geschiedt. Enkel bij de galop van zeer goed gedresseerde man√®gepaarden worden de vier hoefslagen gehoord. Dit laatste heeft niets te maken met "vierkappens, vierklauwens of viervoetig lopen", wat "snel lopen" betekent. Zie afbeelding 10. [JG 1b; N 8, 20, 81c, 81d, 81e en 81f] I-9
gang gang: gaŋk (Meldert, ... ) gang [ZND 01 (1922)], [ZND A1 (1940sq)] III-2-1