e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

Gevonden: 4071
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnenstebuiten averechts: averēējs (Mheer) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] III-1-3
binnenzak binnentas: binne-tèsj (Mheer) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bioscoop cinema: cinema (Mheer), Karte 240.  cinema (Mheer), film: Karte 240.  film (Mheer) (Ich gehe ins) Kino. || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2
bits kortaf: kortaaf (Mheer, ... ) vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)] III-1-4, III-3-1
blaar blaar: blaor (Mheer, ... ), blaŏr (Mheer) Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)] || een blaar (wanneer men zich heeft verbrandt) [ZND 32 (1939)] || een blaar onder de voeten, door het gaan veroorzaakt [ZND 32 (1939)] III-1-2
blad (alg.) blad: blaad (Mheer), blaat (Mheer) blad [SGV (1914)] III-4-3
blad van de aanaardhandploeg kaploep: kaplup (Mheer) Het werkende deel van de aanaardhandploeg. [N 18, 46a; monogr.] I-5
blad van een lepel scheplepel: sjupleppel (Mheer) Het holle gedeelte van een lepel waarin het eten wordt opgeschept (lepel, holte) [N 79 (1979)] III-2-1
blad, bladeren van een plant blad: blāt (Mheer), blader: blāi̯ǝr (Mheer) Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4
bladkool, snijkool los hoofd: los heujt (Mheer), losse moes: loesjemooës (Mheer) [N Q (1966)] I-7