e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaatsen schaatsen: schaatse (Montfort), schaatsen (Montfort), sjaatse (Montfort, ... ) Schaatsenrijden [sjatsen, sjtriksjoon loupe]. [N 06 (1960)] || Zich voortbewegen op schaatsen [schaatsen, schaverdijnen]. [N 88 (1982)] III-3-2
schaatsijzer roede: rooje (Montfort) Noemt men het stalen onderdeel, dat over het ijs glijdt en dat geregeld geslepen moet worden, met een afzonderlijk woord? Zo ja, hoe luidt dit? [DC 23 (1953)] III-3-2
schabbernak prachtig stuk: prachtig stuk (Montfort) wonderlijk kledingstuk [schabbernak] [N 86 (1981)] III-1-3
schaden (ww.) schaden: Opm. Duitse sch.  schaje (Montfort) schaden (ww.) [SGV (1914)] III-1-4
schaduw, lommer scheem: de scheem (Montfort), scheem (Montfort), sjeem (Montfort), sjéém (Montfort), (Duitsche: sch).  scheen (Montfort) (de) schaduw [DC 23 (1953)] || schaduw [SGV (1914)] || schaduw (donkere vlek achter een persoon) [DC 49 (1974)] || schaduw (lommer) [RND] III-4-4
schaften pauzeren: pauseerə (Montfort), pozen: paoze (Montfort), schaften: schaftə (Montfort, ... ), schoften: schoefte (Montfort), ungeren: unjere (Montfort) het werk onderbreken om te rusten [schaften, schaffen, poren] [N 85 (1981)] || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] || schaften [SGV (1914)] III-3-1
schafttijd koffiedrinken: Voor- en namiddagrust.  kofidriŋkə (Montfort), schafttijd: schaftied (Montfort), unger: unjer (Montfort), Na de rust van 12u.  no ədn yŋər (Montfort) schafttijd [RND], [SGV (1914)] III-3-1
schande schande: sjaanj (Montfort), Opm. Duitse sch.  schanj (Montfort) schande [SGV (1914)] || Schande [scha.nd]. [N 96D (1989)] III-3-3
schandmei rijs: ries (Montfort) De tak, struik of vlag die geplaatst werd bij een akker die nog niet bewerkt is of die er slecht bij staat. [N 88 (1982)] III-3-2
schapenhorzel gestreepte (): getreepsa (Montfort), teek: teek (Montfort) schapenhorzel (larven in de neusholte) [DC 18 (1950)] III-4-2