e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moresnet

Overzicht

Gevonden: 622

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
(iets) zich niet aantrekken niet aantrekken: doe mos dich dat nit atrikke (Moresnet) Ge moet u dat niet aantrekken [ZND 32 (1939)] III-1-4
(met) het hoofd stoten botsen: bu.tsə (Moresnet), knotsen: zw.x knutsə (Moresnet) stoten: het hoofd stoten (kinderwoord) [boetse, zijn eige boetse] [N 10 (1961)] || stoten: met het hoofd stoten [boetse, erges teege boetse] [N 10 (1961)] III-1-2
(met) stevige benen ordentliche (du.) stelten: deͅ. ha.t oͅ.rəntle.xə štēͅ.ltə ondər jə drie.təs (Moresnet), vast staan: heͅə štê.t va.s (Moresnet) benen: met stevige benen [hij is gestapeleerd] [N 10 (1961)] III-1-1
(zich) bukken (zich) bukken: ze.x bø.kə (Moresnet) bukken, zich bukken [bukke, bokke] [N 10 (1961)] III-1-2
<naam> namensdag: namensdagvieren (Moresnet), namensdag vieren: namensdagvieren (Moresnet) Hoe heet: het naamfeest van iemand vieren? [ZND 32 (1939)], [ZND 32 (1939)] III-3-2
aaks aaks: aks (Moresnet) Zware bijl met lange steel die wordt gebruikt om bomen te vellen. [N 50, 10b; N 75, 114d; L 32, 46; monogr.] II-12
aalmoes aalmoes: een allemoos (Moresnet) aalmoes [ZND 32 (1939)] III-3-1
aanaarden hogen: hȳǝgǝ (Moresnet) Een dag of veertien na het poten wordt het opschietende onkruid van het aardappelveld weggehaald door er met een omgekeerde eg of een kettingeg overheen te gaan; tegelijkertijd wordt dan de grond rul gemaakt en dat bevordert de groei van de planten. Enige tijd later, wanneer de aardappelplantjes ongeveer 10 cm zijn opgeschoten, wordt er tussen de rijen geschoffeld om het onkruid te verwijderen; doorgaans met de schoffelmachine. Weer enige tijd later, vroeger rond 21 juni, wordt de grond rond de voet van de struikjes opgehoogd om de knolletjes die aan de oppervlakte groeien te beschermen. Deze knolletjes moeten goed onder de grond ziten; anders worden ze groen en zijn alleen nog als varkensvoer te gebruiken. Op sommige plaatsen echter werden die kleine groene knolletjes juist als pootgoed gebruikt. Dit ophogen wordt aanaarden genoemd en kan op verschillende manieren gebeuren, met de hak of met tenminste twee soorten aanaardploegen. In dit lemma staan de algemene termen voor het aanaarden bijeen. [N 12, 23; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L B2, 294; L 32, 4; Lu 5, 24b; monogr.; add. uit N 11A, 83; N 18, 42 en 43; A 44, 21] I-5
aanhoudend bepoetelen knuffelen: knuv.ələ (Moresnet) aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)] III-1-2
aanranden aanpakken: apakke (Moresnet), aanranden: a ranse (Moresnet) aanranden [ZND 32 (1939)] III-3-1