e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L294p plaats=Neer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weddenschap wedding: wɛdiŋ (Neer) weddenschap [RND] III-3-2
week in de muil week in de muil: węi̯k en dǝ mul (Neer) Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f] I-9
weekbak weekbak: węjkbak (Neer) Rechthoekige, vaak gemetselde, stenen bak met platte bodem waarin het graan in water wordt geweekt. Volgens de zegsman uit L 210 duurt het weken 1 dag. Zie ook semantische toelichtingen bij de lemmata ''weken'' en ''kiemen''. [N 35, 2; monogr.] II-2
weer naar het jaargetijde droge zomer: Droge zomer.  eine drūūge zomer (Neer), kwakkelzomer: Veel slecht weer.  kwakkelzomer (Neer), natte zomer: Natte zomer.  eine naate zomer (Neer), warme zomer: wérme zomer (Neer) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
weerbarstig contraire (fr.): kontrarie (Neer), koppig: kuppig (Neer), wars: waers (Neer) zich niet schikken, weerbarstig [dwars, nippig, contrare] [N 85 (1981)] III-1-4
weerborstel weerborstel: wèèrbórstel (Neer) valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)] III-1-1
weerlichten weerlichten: ut waerleegtj (Neer), waerleegte (Neer), ⁄t waer leegtj (Neer) bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] || bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] || bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] III-4-4
weerstand biedend wreed in de muil: vrīǝ en dǝ mul (Neer) Hard in de bek, minder gevoelig voor de toom. Het paard verzet zich tegen het trekken, vooral bij het begin van een nieuw of lang niet gedaan werk, of als het hard moet trekken. [N 8, 64e] I-9
weg weg: wɛ.x (Neer) weg [RND] III-3-1
weg over het erf hofpad: hufpat (Neer) Een weg over het boerenerf, langs of tussen de gebouwen door. Deze weg ontbreekt bij gesloten boerderijen. [N 5A, 75b; N 5, 111] I-8