e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

Gevonden: 4325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschuitmeel eerste kwaliteitsbloem: eerste kwaliteitsbloem (Neerpelt) Meel voor het bereiden van beschuitdeeg. Momenteel wordt hier het beste meel voor gebruikt, vroeger wel eens tarwe- of griesmeel. [N 29, 57a] II-1
beschuitmes gewoon mes: gǝwuan mɛs (Neerpelt) Mes dat gebruikt wordt bij het doormidden snijden van de beschuitbollen. [N 29, 62b] II-1
beschuitpap beschuitenpap: Syst. Frings  bəsxø͂ͅi̯təpap (Neerpelt) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3
besjes aan de aardappelplant bellen: bøl (Neerpelt), bolletjes: bølǝkǝs (Neerpelt) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
besloten tijd gesloten tijd: gesloten tiejed (Neerpelt) De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)] III-3-3
besteken besteken: bestèken (Neerpelt), steken: iemed steken (Neerpelt, ... ) Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)] || Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)] III-3-1, III-3-2
bestelde mis bestelde mis: bestilde mes (Neerpelt) Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)] III-3-3
bestendig weer vast (weer): vast weer  vāst wēr (Neerpelt) bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] III-4-4
betalen overkomen: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  koməs ⁄ovər (Neerpelt) Betalen, over de brug komen [afschieten?] [N 21 (1963)] III-3-1
beteuterd beteuterd: hij stond beteurd te kieken (Neerpelt), hij stoond beteuterd (Neerpelt), ook materiaal znd 32, 67  beteuterd (Neerpelt) beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] III-1-4