25628 |
beschuitmeel |
eerste kwaliteitsbloem:
eerste kwaliteitsbloem (L312p Neerpelt)
|
Meel voor het bereiden van beschuitdeeg. Momenteel wordt hier het beste meel voor gebruikt, vroeger wel eens tarwe- of griesmeel. [N 29, 57a]
II-1
|
25636 |
beschuitmes |
gewoon mes:
gǝwuan mɛs (L312p Neerpelt)
|
Mes dat gebruikt wordt bij het doormidden snijden van de beschuitbollen. [N 29, 62b]
II-1
|
20629 |
beschuitpap |
beschuitenpap:
Syst. Frings
bəsxø͂ͅi̯təpap (L312p Neerpelt)
|
Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33166 |
besjes aan de aardappelplant |
bellen:
bøl (L312p Neerpelt),
bolletjes:
bølǝkǝs (L312p Neerpelt)
|
De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b]
I-5
|
23937 |
besloten tijd |
gesloten tijd:
gesloten tiejed (L312p Neerpelt)
|
De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21532 |
besteken |
besteken:
bestèken (L312p Neerpelt),
steken:
iemed steken (L312p Neerpelt, ...
L312p Neerpelt)
|
Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)] || Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)]
III-3-1, III-3-2
|
23507 |
bestelde mis |
bestelde mis:
bestilde mes (L312p Neerpelt)
|
Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25105 |
bestendig weer |
vast (weer):
vast weer
vāst wēr (L312p Neerpelt)
|
bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21471 |
betalen |
overkomen:
ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.
koməs ⁄ovər (L312p Neerpelt)
|
Betalen, over de brug komen [afschieten?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18845 |
beteuterd |
beteuterd:
hij stond beteurd te kieken (L312p Neerpelt),
hij stoond beteuterd (L312p Neerpelt),
ook materiaal znd 32, 67
beteuterd (L312p Neerpelt)
|
beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)]
III-1-4
|