e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

Gevonden: 4325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ellende (lijden) ellende: Ig ben ziek van ellende (Neerpelt), miserie: Hij zit in de meserie (Neerpelt) Hij zit in de ellende. [ZND 35 (1941)] || Ik ben ziek van ellende. [ZND 35 (1941)] III-1-4
emelt, larve van de langpootmug made in de wei: møͅj en də weͅj (Neerpelt) emelt, larve van de langpootmug, zeer schadelijk wormpje in graan- en grasland [N 26 (1964)] III-4-2
emmer emmer: eͅmər (Neerpelt, ... ), ymər (Neerpelt, ... ), ømər (Neerpelt) emmer [ZND 08 (1925)], [ZND 24 (1937)] || ijzeren emmer [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
endeldarm kakdarm: kagdärəm (Neerpelt) endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)] III-1-1
engel engel: ānen engel twīa engelen (Neerpelt), engel (Neerpelt), n engel twē engelen (Neerpelt), n engel twie engelen (Neerpelt) Een engel [ingel, èngel]. [N 96D (1989)] || Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
engel des heren engel des heren: engel des heren (Neerpelt) Het "Engel des Heren"of "Angelus", het gebed bij het Angelus-luiden. [N 96B (1989)] III-3-3
engelbewaarder engelbewaarder: engelbewaarder (Neerpelt) Een beschermengel, bewaarengel, engelbewaarder, schutsengel. [N 96D (1989)] III-3-3
engelenmis engelenmis: èngelemès (Neerpelt) Een Engelenmis, een lijkdienst voor een kind dat jonger is dan zeven jaar en de eerste H. Communie nog niet heeft gedaan. [N 96D (1989)] III-3-3
engerling, larve van de meikever pop: poͅp (Neerpelt), spekmade: spe.kmo.j (Neerpelt), spekmōͅi̯ (Neerpelt) engerling, larve van de meikever die aan gras- en plantenwortels vreet [N 26 (1964)] || engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enkel enkel: enkəl (Neerpelt) mijn enkel (van de voet) [ZND B1 (1940sq)] III-1-1