e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L322a plaats=Nunhem

Overzicht

Gevonden: 3136
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de grond omwoelen boren: bǭrǝ (Nunhem) Met de hoorns de grond omwoelen, gezegd van de koe. [N 3A, 9c] I-11
de grond vasttreden, aanstampen aanplempen: ānplɛmpǝ (Nunhem) In de moestuin of op een klein perceeltje kan men - wanneer men niet over een hand- of tuinrol beschikt - de bewerkte grond platkloppen met de spade, de schoep of een plet-plank ofwel vasttreden met de voeten, waarbij dan vaak plankjes onder de klompen worden gebonden. Voor de dialectvarianten van het woord(deel) ''treden'' zij verwezen naar het lemma ''het land aftreden''. [JG 1a + 1b + 1d; N P, 20 add.; monogr.] I-2
de heg knippen scheren: sjaere (Nunhem) De heg knippen (knippen, scheren, vegen) [N 79 (1979)] III-2-1
de hoogkar doen achteroverslaan opstoten: opštǭtǝ (Nunhem) De hoogkar doen achteroverslaan, zodat de berries omhoog steken. Het paard dient daartoe te worden uitgespannen, aangezien de bak van de hoogkar niet kantelbaar is. [N 17, 89] I-13
de kar gereformeerd maken geus maken: gø̄s mākǝ (Nunhem) De berries van de stortkar averechts onder de bak doordraaien, zodat de kar onbruikbaar wordt [N 17, 87 + 93] I-13
de kar wipt opslaan: (de kar) šlęi̯t˱ op (Nunhem) Als de kar op een verkeerde manier geladen is (zie de lemmata te licht in de rug en te zwaar in de rug), heeft ze de neiging om te wippen. [N 17, 96 + 99] I-13
de kleiwand uithollen onderheulen: ǫŋǝrhø̄̄lǝ (Nunhem) De wand van de kleiput uithollen. Het uitscharen werd in Q 83 met de hak gedaan. [N 98, 29; monogr.] II-8
de melk inhouden ophouden: ǫphǭjǝ (Nunhem) Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.] I-11
de melk laten lopen (de melk) laten lopen: lǭtǝ lǫu̯pǝ (Nunhem) De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70] I-11
de oven leeghalen inbreken: enbrē̜kǝ (Nunhem  [(bij veldoven: vooral bij die zonder muren)]  ), uitschurgen: ūtšørǝgǝ (Nunhem) De stenen na het bakproces uit de oven halen. De in dit lemma opgenomen termen zijn zowel voor de veldoven als voor de ringoven van toepassing. [N 98, 125; N 98, 154; monogr.] II-8