e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirsbeek

Overzicht

Gevonden: 5037
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borgen borgen: börgə (Oirsbeek) uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)] III-3-1
borrel drupje: drupke (Oirsbeek), dröpke (Oirsbeek), dröpkə (Oirsbeek) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelen (van water) bobbelen: bŏĕbelə (Oirsbeek), borrelen: borrelə (Oirsbeek), brobbelen: broebbeld (Oirsbeek), brŏĕbelə (Oirsbeek) bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)] III-4-4
borrelglaasje drupjesglaasje: dröpkesglaeske (Oirsbeek) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borstel borstel: beuschtel (Oirsbeek), schrobber: waar de vloeren mee geschuurd worden  šrubber (Oirsbeek), schuurborstel: šoerbeuštĕl (Oirsbeek) andere soorten borstels [DC 15 (1947)] || borstel [DC 15 (1947)], [SGV (1914)] III-2-1
borstelig haar borstelen: beuusjtele (Oirsbeek) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borsten borsten: borste (Oirsbeek), memmen: mamme (Oirsbeek) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1961)] III-1-1
borstkas borst: borst (Oirsbeek), borstkas: borstkas (Oirsbeek, ... ) borst(kas) [SGV (1914)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstnet borstnet: bǫrstnęt (Oirsbeek) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10
borstriem borstriem: bǫrstrēm (Oirsbeek) Leren riem van het borsttuig die voor de borst van het paard zit. Zie ook opmerking onder lemma Borsttuig. [N 13, 52] I-10