e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostham

Overzicht

Gevonden: 2157
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fooi fooi: foei (Oostham) fooi [ZND 35 (1941)] III-3-1
fortuin maken zich rijk maken: Hij zal hem rijk moaken (Oostham) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
framboos hennenbes: naar Pâque; Oostham heet "Ham" bij L.Janssen  hinnebeze (Oostham), moerbezie: moerbezie (Oostham) framboos [ZND 34 (1940)] I-7
franje floche (fr.): flos (Oostham), flos: flǫs (Oostham), pluis: Vgl. WLD II.7, trossen: pluizen K 314, K 316, K 318; pluisjes K 358  plössjn (Oostham), pləsən (Oostham), pluisje: Vgl. WLD II.7, trossen: pluizen K 314, K 316, K 318; pluisjes K 358  plueskes (Oostham) bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)] || franje [ZND 01 (1922)] || Hoe noemt U een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden (franje?)? [N 62 (1973)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
frankrijk frankrijk: We hemmen i Frankrijk gezeten (Oostham) Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fruit bewaren muiken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51 (de appels) laten meuëken.  meuëken (Oostham) leggen de kinderen fruit te rijpen in verborgen hoekjes; hoe noemen zij dat: meuken of iets dergelijks? [ZND 01u (1924)] III-2-3
fruit, ooft fruit: fruit (Oostham) [ZND 05 (1924)] I-7
futloze jongen lummel: das ne lummel (Oostham), das nə luməl (Oostham) Dat is een lummel (futloze kerel). [ZND 37 (1941)] III-1-4
gaan gaan: gōān (Oostham) gaan [ZND m] III-1-2
gadeslaan? gadeslaan: Zijn zoaken goaislaan (Oostham) Zijn zaken gadeslaan, goed zorgen voor zijn zaken. [ZND 35 (1941)] III-3-1