| 17944 |
moeilijk vooruitkomen |
lastige gaan (zn.):
eine lestige gan (L329p Roermond),
schravelen:
sjraavele (L329p Roermond),
stachelen:
stachele (L329p Roermond),
strompelen:
sjtrompele (L329p Roermond),
sukkelen:
(F)
sukkele (L329p Roermond),
taffelen:
B.v. ich bun meug getaffeld.
taffele (L329p Roermond)
|
lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || lopen: moeilijk vooruit komen [stachele] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 19100 |
moeite |
moeite:
meujtə (L329p Roermond),
det haet väöl meujte gekos
meu:jte (L329p Roermond)
|
moeite || moeite; hij geeft zich moeite [DC 03]
III-1-4
|
| 19940 |
moer |
moer:
moo:r (L329p Roermond)
|
konijn, vrouwtje
III-2-1
|
| 33700 |
moeras |
moeras:
muras (L329p Roermond),
mǝras (L329p Roermond),
watersprong:
wātǝrsprøŋk (L329p Roermond),
zomp:
zomp (L329p Roermond)
|
Waterachtig, laaggelegen, drassig land, broekland, gebied zonder behoorlijke afwatering. [N 27, 20; N 14, 53; N 6, 33b; R 3, 9; A 2, 57; RND 20; Wi 17; Wi 54; L 19B, 2aI; Vld.; monogr.]
I-8
|
| 28495 |
moerecht |
moerecht:
mōrɛx (L329p Roermond)
|
Gezegd van korf of kast die een bevruchte moer heeft na eerst moerloos te zijn geweest. [N 63, 60b; Ge 37, 47]
II-6
|
| 28626 |
moerkooitje |
moerkluis:
mōrklūs (L329p Roermond)
|
Het huisje waarin de imker jonge, onbevruchte koninginnen in voorraad heeft. Het model varieert. De informant van L 246 zegt dat het vroeger van vlierenhout werd gemaakt. [N 63, 100a; Ge 37, 164; monogr.]
II-6
|
| 28493 |
moerloos |
moerloos:
moerloos (L329p Roermond)
|
Staat van een bijenvolk waarbij er geen koningin is. De imker zal er alles aan doen om deze moerloosheid zo spoedig mogelijk op te heffen. [N 63, 60a; Ge 37, 46]
II-6
|
| 33556 |
moestuinx |
hof:
hōf (L329p Roermond),
hōͅ.f (L329p Roermond),
hōͅf (L329p Roermond),
hø͂ͅf (mv.) (L329p Roermond),
hofje:
høͅfkə (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
moeshof:
mōshōͅ.f (L329p Roermond)
|
[DC 03 (1934)] [N 05A (1964)] [Willems (1885)]
I-7
|
| 19078 |
moeten |
moeten:
mótte (L329p Roermond)
|
moeten
III-1-4
|
| 20596 |
moezen |
gaar koken:
gaar kaoke (L329p Roermond),
moezen:
moozə (L329p Roermond),
tot moes koken:
tot moos kaoke (L329p Roermond)
|
moes worden; Hoe noemt U: Tot moes koken (moezen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|