e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peetoom peetoom: paitoom (Roermond), peter: paeter (Roermond, ... ), paiter (Roermond, ... ), ai als in franse maitre  paiter (Roermond) de peter [de paat] [N 96D (1989)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2
peettante geul: gäö:l (Roermond, ... ), meter: maeter (Roermond, ... ), maiter (Roermond, ... ), ai als in franse maitre  maiter (Roermond), peettant: paittant (Roermond) de meter [joaën] [N 96D (1989)] || meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || peettante || peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] III-2-2
penis fluit: Kinderwoord.  fluit (Roermond), lul: lul (Roermond), mannetje: menneke (Roermond), piemel: piemel (Roermond), pin: pin (Roermond), pisje: Kinderwoord.  piske (Roermond), pisser: pieser (Roermond), pisser (Roermond), stang: stang (Roermond), wijzer: Gemeen.  wijzer (Roermond), wortel: Gemeen.  wortel (Roermond), zeikstang: zijkstang (Roermond) [N 10c (1961)] III-1-1
penitentie penitentie (<lat.): penetentie (Roermond) Penitentie. [N 96D (1989)] III-3-3
pens pens: pɛns (Roermond) De eerste afdeling van de maag van de koe waarin het voedsel geweekt wordt. Een koe heeft vier magen: de pens, de netmaag, de boekpens en de lebmaag. In de "Amsterdamse" vragenlijst nr. 9 werd via de vragen 11a, 11b, 11c en 11d naar de dialectbenamingen gevraagd voor deze vier magen. Exact werd gevraagd naar de benamingen voor pens, netmaag, boekpens en lebmaag. In de "Nijmeegse" vragenlijst nr. 28 werd ook gevraagd naar de dialectbenamingen voor de vier magen. Maar hier werden de vragen wat vager gesteld. De pens wordt omschreven (vr. 80) als de "maag waarin het voedsel het eerst komt", de netmaag als de "langwerpige maag" (vr. 81), de boekpens als "de maag die van binnen vol vliezen zit" (vr. 82) en de lebmaag als "de maag met heel grove uitsteeksels aan de binnenkant" (vr. 84). Door deze vage vraagstelling sluipt onzekerheid door in de antwoorden van de "Nijmeegse" respondenten: termen worden nogal eens door elkaar gehaald voor de diverse magen. Zo goed mogelijk is in dit lemma en de volgende drie lemmata geprobeerd de juiste benaming bij het juiste begrip onder te brengen. In wbd afl. 3 (Het rund) blz. 364 wordt het vermoeden geuit dat we hier eerder met een cultuurbegrip te maken hebben dan met een onder de mensen (nog) levende werkelijkheid en dat voornoemde vierdeling ook niet meer echt levend is bij de huisslachter. Dit vermoeden zou ook op de "Limburgse" antwoorden van toepassing kunnen zijn. [N 28, 80; A 9, 11a; L 48, 15] I-11
peper cayenne: kaje:n (Roermond), Mie wiekske maak van binne werm wie bloom, kajen, besjaot  kaje:n (Roermond), peper: paiper (Roermond), paipĕr (Roermond), paipər (Roermond, ... ), pèper (Roermond), pêpər (Roermond), Gaef mich ins de paeper en t zalt  paeper (Roermond), spaanse peper: sjpaanse paeper (Roermond), witte peper: witte paeper (Roermond) cayenne || peper [DC 03 (1934)] || spaanse peper || witte peper III-2-3
peperkorrel peperbolletje: paeperbulke (Roermond), peperkorrel: paeperkaorel (Roermond) peperbolletje || peperkorrel III-2-3
pepermunt pepermunt: t Haet de sjmaak van paepermuntj E rulke paepermuntj Wils-te pèppermuntje  paepermuntj (Roermond) pepermuntje III-2-3
perenboom perenboom: paereboum (Roermond) I-7
perenstroop perenkruidje: pę̄rǝkrytjǝ (Roermond) Stroop, gemaakt van peren. [N 57, 34b; N 57A, 6; monogr.] II-2