e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

Gevonden: 6145
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bussel kort stro aarbusseltje: ǭrbø̜sǝlkǝ (Roermond), krombussel: krōmp˲bø̜sǝl (Roermond) Wanneer men het stro bijeengebonden heeft, ligt het graan op de dorsvloer, nog vermengd met eindjes kort stro, lege aren en kaf. Men harkt dan eerst de korte eindjes stro bijeen, en stopt deze in een bussel. Hier staan de benamingen voor deze bussel stro met harksel erin bijeen. [N 14, 29 en 33; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 48, 34.3b; Lu 2, 34.3b; monogr.; add. uit N 14, 25 en 28] I-4
bussel uitgedorst stro bos: buš (Roermond), bussel: bø̜sǝl (Roermond), schob: šǫp (Roermond) Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat] I-4
bustehouder beha: b.h. (Roermond), bustehouder: bustehaaier (Roermond), informant: met korte uu  buustehaajer (Roermond) bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)] III-1-3
buur buurman: buurmanə (Roermond), nabuur: naober (Roermond, ... ) iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)] III-3-1
buurman buurman: buurmanə (Roermond), nabuur: naober (Roermond, ... ) iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)] III-3-1
buurt buurt: buurt (Roermond, ... ), nabuurschap: naobersjap (Roermond) het deel van een stad of dorp waarvan de bewoners elkaar goed kennen [buurt, gebuurt, geburen, naoberschap] [N 90 (1982)] III-3-1
buurten baren binden: Rh. Wtb. vermeldt baore benge met dezelfde bet. en geeft de volgende verklaring. Een gebarsten baar [grote schotel van aardewerk] werd vroeger gelijmd en samengebonden door aan weerskanten van de barst een gaatje te boren en beide helften met een draad samen te binden. Eén persoon hield de baar vast en een ander trok de draad door de gaatjes. Dit gaf gelegenheid om gezellig te kletsen.  barebi:nje (Roermond), klenderen: klenjere (Roermond) de avonden doorbrengen met praten en roken [kortavonden] [N 87 (1981)] || langdurig blijven kletsen III-3-1
caleidoscoop caleidoscoop: kaleidoskoop (Roermond), kijkbuis: kiekbuis (Roermond), kijkdoos: kiekdoos (Roermond) Een kijker die eenvoudige daarin gelegde kleurige voorwerpjes veelvoudig weerspiegelt en zo regelmatige bij de geringste beweging telkens afwisselende figuren vertoont [caleidoscoop, kijkbus]. [N 88 (1982)] III-3-2
calvarieberg op het kerkhof calvarieberg: kalvarieberg (Roermond), kruisgroep: kruutsgroep (Roermond) De beeldengroep op het kerkhof, bestaande uit Jezus aan het kruis en aan weerskanten daarvan Maria en Johannes [Calvariegroep, kruisgroep, Calvarieberg?]. [N 96A (1989)] III-3-3
calèche calche (fr.): kalesj (Roermond) een licht, vierwielig rijtuig [caleche, kales] [N 90 (1982)] III-3-1