29893 |
dakpan |
dakpan:
dākpan (Q098p Schimmert)
|
Algemene benaming voor een uit klei vervaardigde en vervolgens gebakken dakbedekking in de vorm van een vierkante of rechthoekige plaat. Naar vorm en afmeting worden gebakken pannen onder verschillende namen in de handel gebracht. Zo onderscheidt men bij de holle pannen de oud-hollandse pan, de verbeterde holle pan en de romaanse pan. Bij de vlakke pannen kent men de Tuile du Nord, de vlakke muldenpan, de holle muldenpan en de kruispan. [N 32, 44a; Gi 2, 48; monogr.]
II-8
|
24915 |
dal, vallei |
dal:
del (Q098p Schimmert),
dĕl (Q098p Schimmert),
dèl (Q098p Schimmert),
ein del (Q098p Schimmert),
diepte:
deepdə (Q098p Schimmert),
laagte:
ein lâigde (Q098p Schimmert),
lieêgde (Q098p Schimmert),
slenk:
schlĕnk (Q098p Schimmert),
zomp:
zomp (Q098p Schimmert)
|
dal, vallei, stuk land dat gelegen is tussen meerdere heuvels of bergen [del] [N 81 (1980)] || laagte [SGV (1914)] || laagte, slenk, stuk land dat gelegen is tussen twee heuvels [diepte, zonk, zink, put, kwacht, zomp, zak, slaai] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21172 |
dam |
dam:
dam (Q098p Schimmert),
dâm (Q098p Schimmert)
|
de in en dwars over een water opgeworpen wal die dient om het water te keren, de stroom te leiden of te verdelen (dam, menuët) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18706 |
damesblouse |
bloes:
bloes (Q098p Schimmert),
kazavek:
kazevèk (Q098p Schimmert)
|
damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18409 |
dameshoed? |
hoed:
hood (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
dameshoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18375 |
dameslaars |
laars:
laarze (Q098p Schimmert),
stevel:
schtevele (Q098p Schimmert),
sjtevele (Q098p Schimmert)
|
vrouwenlaars [stevelet] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18263 |
damesmantel |
jas:
jas (Q098p Schimmert),
mantel:
mantel (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
mentels (Q098p Schimmert)
|
damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || mantel [SGV (1914)] || mantels (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|
18370 |
damesschoen met hoge of halfhoge hak |
hakkenschoen:
hakke-schoon (Q098p Schimmert),
schoen met hoog hakje:
sjoon met hoig hakske (Q098p Schimmert)
|
damesschoenen met hoge of halfhoge hak [N 24 (1964)]
III-1-3
|
22645 |
dammen |
dammen:
Karte 92.
dammen (Q098p Schimmert)
|
Dame spielen.
III-3-2
|
24984 |
damp, stoom |
stoom:
sjtoum (Q098p Schimmert),
zwaam:
sjwaam (Q098p Schimmert)
|
damp van kokend water [DC 28 (1956)] || stoom [SGV (1914)]
III-4-4
|