17651 |
achterste |
achterste:
echesjte (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
kont:
kontj (Q032p Schinnen),
koonjt (Q032p Schinnen),
Bestaat uit twee batse.
kóntj (Q032p Schinnen),
vot:
Platter.
vot (Q032p Schinnen)
|
[N 10c (1995)]achterste [SGV (1914)]
III-1-1
|
17951 |
achteruitgaan |
terug opgaan:
truk op (Q032p Schinnen),
wijken:
wieke (Q032p Schinnen)
|
Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34584 |
achterwand |
stop:
štǫp (Q032p Schinnen)
|
De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enquête opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.]
I-13
|
17650 |
achterwerk |
batterij:
batterie (Q032p Schinnen),
Zeer flinke kont.
batterie (Q032p Schinnen),
kont:
kontj (Q032p Schinnen),
vot:
vot (Q032p Schinnen),
vottes:
vottes (Q032p Schinnen),
votwerk:
votwerk (Q032p Schinnen)
|
[N 10c (1995)]Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
23549 |
acoliet |
acoliet:
acoliet (Q032p Schinnen),
akoliet (Q032p Schinnen)
|
Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24438 |
adder |
adder:
eigen spellingsysteem
adder (Q032p Schinnen)
|
Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)]
III-4-2
|
17781 |
adem |
adem:
oam (Q032p Schinnen)
|
adem [SGV (1914)]
III-1-1
|
17685 |
ademen |
ademhalen:
oam hoale (Q032p Schinnen)
|
ademen [SGV (1914)]
III-1-1
|
17682 |
ader |
ader:
oar (Q032p Schinnen),
oare (Q032p Schinnen)
|
ader [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)]
III-1-1
|
23767 |
advent |
advent (<lat.):
advent (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen)
|
De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)]
III-3-3
|