32903 |
hooien, hooibouw |
hooien:
hø̜i̯ǝ(n) (Q030p Schinveld)
|
De woorden voor het geheel van bewerkingen in de hooibouw te zamen genomen: werken in het hooi op het land. Doorgaans is het algemene begrip "hooien" door een werkwoord uitgedrukt. Soms ook werd het begrip door een zelfstandig naamwoord weergegeven met dezelfde algemene betekenis; deze staan achter in het lemma bijeen. De varianten van het woordtype hooien zijn eerst naar klankkleur (eerst velair en daarna palataal) en dan op lengte (eerst lang, dan kort) geordend. Per klankkleur en lengte staan de diftongen steeds vooraan. Zie ook de klankkaart bij het lemma ''hooi'' (kaart 32). [N 14, 86; N 14, 87; JG 1a, 1b; A 10, 17; A 16, 4; A 28, 1d; L 1 a-m; L 27, 18; S 12; monogr.]
I-3
|
32915 |
hooispreidmachine, hooikeerder |
grasspreider:
grāsšprē̜i̯ǝr (Q030p Schinveld)
|
Het tweewielige werktuig, door paarden getrokken, met een stelsel van doorgaans in de richting van de as van het voertuig draaiende ijzeren harken, waarmee het drogende hooi gekeerd en uiteengespreid wordt. Zie afbeelding 12, en de toelichting bij het volgende lemma voor de benaming hooimachine; ratofan is waarschijnlijk een merknaam. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel (hooi) zie het lemma ''hooi''; het woorddeel is overal regelmatig, behalve in L 294 waar naast het verwachte hø̜i̯-, ook hȳ- wordt opgegeven.' [N J, 5; N J, 6 add.]
I-3
|
24325 |
hooiwagen |
hooiwagen:
huiwage (Q030p Schinveld),
höjwage (Q030p Schinveld),
höjwagen (Q030p Schinveld)
|
hooiwagen (insekt) [SGV (1914)] || spin met lange poten [hooiwagen, huiwagel, luiwagen, brameleniewes] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
23294 |
hoop |
hoop:
hoop (Q030p Schinveld, ...
Q030p Schinveld)
|
hoop [SGV (1914)]
III-3-3
|
34073 |
hoorn van de koe |
hoorn:
hø̜ǝrǝ (Q030p Schinveld)
|
[N 3A, 106a; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 27, 25; S 15; Wi 14; monogr.]
I-11
|
24328 |
hoornaar |
paardswortel:
pèšwūrtel (Q030p Schinveld)
|
paardenwesp [Roukens 03 (1937)]
III-4-2
|
18233 |
horloge |
horloge:
orlooesje (Q030p Schinveld),
uur:
ōēr (Q030p Schinveld)
|
horloge [SGV (1914)]
III-1-3
|
18149 |
horrelvoet |
huppelpoot:
høpelpoot (Q030p Schinveld)
|
hompelvoet [SGV (1914)]
III-1-2
|
17847 |
hotsen |
botsen:
bøtse (Q030p Schinveld)
|
hotsen [SGV (1914)]
III-1-2
|
17812 |
houden |
houden:
hauwe (Q030p Schinveld),
hauwte (Q030p Schinveld)
|
houden [SGV (1914)]
III-1-2
|