e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hypotheek hypotheek: hijpteek (Sevenum), hypeteek (Sevenum) de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)] III-3-1
identiteitskaart identiteitsbewijs: identieteitsbewiës (Sevenum), indentietijdsbewies (Sevenum) de gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt [identiteitsbewijs, indentie-bewijs, eenzelvigheidsbewijs] [N 90 (1982)] III-3-1
iemand graag mogen goed kunnen lijden: eemus good kònne lieje (Sevenum), lijden: liëje (Sevenum) iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)] III-3-1
iemand hinderen beletten: belette (Sevenum), belètte (Sevenum), ophouden: op-hòije (Sevenum), plagen: plaòge (Sevenum) iemand beletten zijn werk uit te voeren [mishandelen, verhinderen] [N 85 (1981)] || iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand iets op het hart drukken op het hart binden: op ⁄t hart binge (Sevenum), op het hart drukken: op ⁄t hart binge (Sevenum) iemand iets met nadruk aanbevelen opdat hij het niet vergeten of verzuimen zal [de wacht aanzeggen, bokstapelen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand iets verwijten verwijten: verwiĕte (Sevenum), verwiëte (Sevenum) iemand wijzen op een schuld of tekortkoming, of hem daarmee belasten [voorstoten, voorschieten, verwijten] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand kwaad maken tergen: terge (Sevenum), tèrge (Sevenum) iemand kwaad maken [tirtsen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand luidruchtig berispen kijven: kiēve (Sevenum), kiëve (Sevenum), uitschobben: oetschoeppe (Sevenum), oëtschoëbe (Sevenum) een sterke berisping [uitschijter, schrobbering, schoefeling] [N 85 (1981)] || iemand iets verwijten, kwalijk nemen en dat met luide stem kenbaar maken [de broek opnestelen, kijven, meegeven, belakken] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand prijzen bestuiten: bestuutte (Sevenum), bestūūtte (Sevenum), stuiten: stuute (Sevenum) iemand enorm prijzen, vaak overdreven [ombragie maken] [N 85 (1981)] || iemand prijzen og loven voor wat hij gedaan heeft [stuiten, bestuiten, velen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand weerstaan iemand de pof staan: eemes de pòf staòn (Sevenum), iemus de pòf staon (Sevenum) het volhouden tegen iemand, iemand niet zijn zin geven [bolwerken, keephouden, het iemand staan] [N 85 (1981)] III-1-4