e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

Gevonden: 6012
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoom zoom: zuǝm (Sevenum) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoom in de huif schuif: sxūf (Sevenum) Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75] I-13
zoon baasje: baske (Sevenum), jong: jong (Sevenum), jongetje: jongetje (Sevenum), kellen-tje: kelke (Sevenum), mannetje: cf. VD s.v. "manneke  menke (Sevenum), zoon: zōōn (Sevenum), zôôn (Sevenum) (zoon;) Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || zoon; (Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)] || zoon; onze buurman heeft een zoon en een dochter; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
zorgen voor in de gaten houden: in de gaten haoje (Sevenum), in de gater houden: in de gaater hòòije (Sevenum) toezien en moeite doen dat iets uitgevoerd of onderhouden wordt [gadeslaan, bezorgzaam zijn, bekommerd zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
zout zout: zauwt (Sevenum), zàwt (Sevenum) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zuchten zuchten: zèùchte (Sevenum) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigen zuigen: zu-ge (Sevenum), zuge (Sevenum, ... ), zuuge (Sevenum, ... ), zūīge (Sevenum), zy(3)̄gə (Sevenum, ... ) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] || zuigen [DC 38 (1964)] || zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zuigfles lots: loets (Sevenum), cf. VD D.-N. s.v. "lutschen"; cf. Nijhof s.v. "lutten"(zuigen zie ook WNT s.v. "lots"zie loes; cf. WNT s.v. "loes - loeze": In Oost-Vl. vrouwenborst; in Antw. zuigdotje, speen; In het land van Waas gebruikt men "loet"; in het Z. van de Kempen lots (CV in Z.-Limb. en aangrenzende streken loetsj (Jongeneel Afl. loezen , aan een dot zabberen; in het Z. der Kempen: lotsen, zuigen; cf. VD s.v. "lutsen"3. (gew.) zuigen; cf. VD s.v. "lutten"(gew.) zuigen, lurken en s.v. "lut"1. (gew.) zuigdot  loets (Sevenum) zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 86 (1981)] III-2-2
zuinig benauwd: benauwt (Sevenum), benawd (Sevenum), zuinig: zūnig (Sevenum) van zijn bezit telkens een zo klein mogelijk gedeelte uitgevend om te sparen [zuinig, econoom, civiel, benauwd, kiem] [N 89 (1982)] || zuinig [SGV (1914)] III-3-1
zuiveren sleveren: sleveren (Sevenum) Afscheiding blijven geven na het kalven, gezegd van de koe. [N 3A, 58] I-11