e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

Gevonden: 5275
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broekzak opzij maal: malen (Stein), zijtas: zietēsj (Stein) broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)] || de broekzak opzij [N 59 (1973)] III-1-3
broekzak voor steektas: steaktēsj (Stein) zakken voor in broek, i.p.v. opzij (steekzak?) [N 59 (1973)] III-1-3
broer broer: broor (Stein, ... ), brōr (Stein) broeder [DC 05 (1937)] || broer [DC 03 (1934)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
bromtol huildop: (h)uuldop (Stein), slaagdop: slaagdop (Stein) Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. I. als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [DC 24 (1953)] III-3-2
bron bron: bron (Stein, ... ), brôn (Stein) bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] III-4-4
bronstig berig: biǝrex (Stein), breustig: brø̄stex (Stein) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12
brood brood: braöt (Stein), broad (Stein), broöd (Stein), broət (Stein), bru̯oad (Stein), brôêt (Stein) brood [DC 03 (1934)], [RND] III-2-3
brood netten nat maken: nāt mākǝn (Stein) Het bevochtigen van de bovenzijde van deegbrood. De bedoeling van deze bewerking is om bij het bakken een mooie bruine korst te krijgen. [N 29, 40a; N 29, 30b; N 29, 39b; N 29, 40d; monogr.] II-1
brood uit de oven halen uitschieten: ūtšētǝ (Stein) Het brood uit de oven halen wanneer het gereed is. Een bij het woord opgegeven object "brood" is niet opgenomen. [N 29, 50; N 29, 49; OB 2, 2e; monogr.] II-1
brood uit het blik of van de plaat halen lossen: losǝ (Stein) Een eventueel opgegeven object brood, weg e.a. wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 52] II-1