e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Steyl

Overzicht

Gevonden: 1725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boomgaard bongerd: boŋərt (Steyl) I-7
boomkruin kruin: krōēn (Steyl) De bladdragende takmassa (kroon, kapruin, kruin). [N 82 (1981)] III-4-3
boon, algemeen bonen: būnǝ (Steyl), boon: būn (Steyl) Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23] I-5
boos kwaad: kwoad (Steyl) 01; kwaad [SGV (1914)] III-1-4
bord telder: telder (Steyl) bord [Roukens 03 (1937)] III-2-1
borg borg: bø͂ͅrg (Steyl) borg [SGV (1914)] III-3-1
borrel borrel: borrel (Steyl) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelen (van water) bobbelen: boebele (Steyl), borrelen: borrele (Steyl) bobbelen (t water bobbelt) [SGV (1914)] || bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] III-4-4
borstel borstel: börstel (Steyl, ... ) borstel [DC 15 (1947)], [SGV (1914)] III-2-1
borstkas borst: bŏrs (Steyl) borst(kas) [SGV (1914)] III-1-1