e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bleek bleek: hèa is ze blèèk (Teuven), wit: hèa is ze wit (Teuven) hij is zo bleek [ZND 21 (1936)] III-1-2
bles bles: blęs (Teuven) Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b] I-11
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksəm (Teuven), dər bleksəm (Teuven), bliksemstraal: ən bleksəmštrol (Teuven) bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemen bliksemen: het bliksemt (Teuven, ... ), ət bleksəmt (Teuven), weerlichten: ət wēͅrlyjət (Teuven, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
bloedaders melkaderen: mɛlkǭrǝ (Teuven) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloedgang (het) vegen: vē̜gǝ (Teuven) Uitscheiding van een niet bevruchte koe. [N 3A, 31] I-11
bloedworst poettes: poetes (Teuven), trijp: trip (Teuven) bloedworst [ZND 21 (1936)] III-2-3
blutsen blutsen: blusje (Teuven) De appels niet blutsen. [ZND 21 (1936)] III-1-2
bochel pokkel: poekel (Teuven) Hij heeft een bochel. [ZND 21 (1936)] III-1-2
bodem bodem: bōm (Teuven), karrenbodem: karǝbom (Teuven) De uit planken bestaande bodem van de bak van de kar, wagen of kruiwagen. [N 17, 23 + 45; N 18, 99; N G, 53d; JG 1a; monogr.] I-13