e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jonge vrouw jonge vrouw: jóng vrouw (Tienray), pul: pul (Tienray) jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] || meisje III-2-2
jongen jong: jong (Tienray), joŏng (Tienray), jónk (Tienray) jongen [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft aanstaande: aanstoande (Tienray), jong: joŏng (Tienray), jóng (Tienray), vrijer: vri-jjer (Tienray), vrijer (Tienray), vrijjer (Tienray) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] || vrijer III-2-2
jongen met wie men verloofd is aanstaande: aanstoande (Tienray), jong: joŏng (Tienray), verloofde: verloofde (Tienray), vrijer: vrijer (Tienray) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] || verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)] III-2-2
jongenshemd? hemd: hemd (Tienray) Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)] III-1-3
jongensonderbroek? jongensonderboks: jongesonderboks (Tienray) Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3
jongensondergoed? jongensondergoed: jongesondergoed (Tienray) Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3
jongste kind scharkoekje: scharkükske (Tienray, ... ) benjamin, jongste || nakomertje III-2-2
judaspenning judaspenning: ± Veldeke  judaspenning (Tienray) Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] III-4-3
juffertje-in-het-groen juffertje in het groen: ± Veldeke \'uit Ned?\'  juffertjes ien ’t gruun (Tienray) Juffertje in ¯t groen (nigella damascena). De hemelsblauwe bloemen zijn elk omgeven door een omhulsel van zeer fijn verdeelde bladeren; de kokervruchten zijn tot aan de top aaneen gegroeid (bij de wilde nigelle maar tot de helft) (spinnekop, kobbe, juffer [N 92 (1982)] III-2-1