20314 |
jonge vrouw |
jonge vrouw:
jóng vrouw (L245b Tienray),
pul:
pul (L245b Tienray)
|
jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] || meisje
III-2-2
|
20159 |
jongen |
jong:
jong (L245b Tienray),
joŏng (L245b Tienray),
jónk (L245b Tienray)
|
jongen [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
aanstaande:
aanstoande (L245b Tienray),
jong:
joŏng (L245b Tienray),
jóng (L245b Tienray),
vrijer:
vri-jjer (L245b Tienray),
vrijer (L245b Tienray),
vrijjer (L245b Tienray)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] || vrijer
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
aanstaande:
aanstoande (L245b Tienray),
jong:
joŏng (L245b Tienray),
verloofde:
verloofde (L245b Tienray),
vrijer:
vrijer (L245b Tienray)
|
Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] || verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18737 |
jongenshemd? |
hemd:
hemd (L245b Tienray)
|
Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18735 |
jongensonderbroek? |
jongensonderboks:
jongesonderboks (L245b Tienray)
|
Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18733 |
jongensondergoed? |
jongensondergoed:
jongesondergoed (L245b Tienray)
|
Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
20334 |
jongste kind |
scharkoekje:
scharkükske (L245b Tienray, ...
L245b Tienray)
|
benjamin, jongste || nakomertje
III-2-2
|
24623 |
judaspenning |
judaspenning:
± Veldeke
judaspenning (L245b Tienray)
|
Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)]
III-4-3
|
20075 |
juffertje-in-het-groen |
juffertje in het groen:
± Veldeke \'uit Ned?\'
juffertjes ien ’t gruun (L245b Tienray)
|
Juffertje in ¯t groen (nigella damascena). De hemelsblauwe bloemen zijn elk omgeven door een omhulsel van zeer fijn verdeelde bladeren; de kokervruchten zijn tot aan de top aaneen gegroeid (bij de wilde nigelle maar tot de helft) (spinnekop, kobbe, juffer [N 92 (1982)]
III-2-1
|