21910 |
jonge duif |
jaarduif:
1 jaar oud
jòrdauf (Q162p Tongeren),
pieper:
pieper (Q162p Tongeren),
pīēpër (Q162p Tongeren),
Lat. pipio + suff. -er; vgl. Fr. pigeon < pipionem (acc.).
pīēpër (Q162p Tongeren)
|
duif (jonge) || duif, naar leeftijd || een jonge duif jonger dan één jaar? [N 93 (1983)] || Jonge duif.
III-3-2, III-4-1
|
34448 |
jonge geit |
geitje:
getšǝ (Q162p Tongeren)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|
34481 |
jonge kip |
pul:
pøl (Q162p Tongeren)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
20314 |
jonge vrouw |
pul:
figuurlijk
pùl (Q162p Tongeren)
|
volwassen meisje of jonge vrouw
III-2-2
|
20159 |
jongen |
fils-je:
fiskë (Q162p Tongeren),
jong:
jong (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren)
|
jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] || jongetje
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
caressant:
krësàant (Q162p Tongeren),
jong:
mënë jóng (Q162p Tongeren)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 115 (2003)] || vrijer
III-2-2
|
18702 |
jongensblouse |
bloes:
blūs (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18579 |
jongenshemd |
hemd:
himmë(kë) (Q162p Tongeren),
hemdje:
himmë(kë) (Q162p Tongeren)
|
Jongensondergoed, jongenshemd [N 114 (2002)]
III-1-3
|
20334 |
jongste kind |
ponnetje:
pooneke (Q162p Tongeren)
|
jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)]
III-2-2
|
21335 |
jood |
jood:
jood, judde (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren)
|
Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)]
III-3-1, III-3-3
|